Coronavirus niet in luchtmonsters buiten Brabantse nertsenstallen aangetroffen
Het onderzoek op lucht- en stofmonsters wordt de komende weken herhaald. Het RIVM komt volgens Schouten deze week met een nieuwe risicobeoordeling, als er meer gegevens van meer lucht- en stofmonsters bekend zijn. Nu geldt het advies om in een straal van 400 meter rond de besmette bedrijven niet te fietsen of te wandelen. Schouten gaat, zo staat in de Kamerbrief, op basis van de risicobeoordeling van het RIVM samen met haar collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opnieuw kijken naar dit advies.
Op 26 april werd bekend dat er op twee nertsenbedrijven in Milheeze en Beek en Donk COVID-19 (de ziekte die SARS-CoV-2 veroorzaakt) was vastgesteld. Op beide bedrijven kampten enkele nertsen met ziekteverschijnselen. De zieke nertsen hadden last van darm- en maagklachten en ademhalingsproblemen. Er is toen op en rond deze bedrijven een onderzoek gestart naar de infectie bij nertsen. Het onderzoek heeft als doel om meer inzicht te krijgen in het virus, de verspreiding van het virus van mens op dier, tussen dieren, van dier op mens, de pathologie en de verspreiding in het milieu.
Hoogdrachtige dieren
Van een aantal onderdelen van het onderzoek, bijvoorbeeld de transmissieroute mens-dier en antistoffen bij dieren, zijn nog geen resultaten bekend. Wat wel uit de eerste resultaten blijkt is dat SARS-CoV-2 infectie bij nertsen kan leiden tot longontsteking en sterfte; ‘maar het percentage zieke dieren en het percentage sterfte is beperkt. Vooral de hoogdrachtige dieren lijken ziekteverschijnselen te vertonen en gaan dood’, aldus Schouten. Verder blijkt dat de bedrijven elkaar niet onderling hebben besmet en dat de nertsen een verschillende besmettingsbron hebben gehad.
Een andere eerste bevinding is dat, op basis van wat er nu bekend is over de genetisch eigenschappen van virusisolaten van COVID-19 patiënten in Nederland, er geen virussen bij mensen geconstateerd zijn die ontstaan zouden kunnen zijn uit de virussen die bij de nertsen op de twee besmette bedrijven zijn gevonden.
Konijnenbedrijven
Als aanvulling op het onderzoek worden ook andere nertsenbedrijven in het gebied verder onderzocht. Het betreft een screening door middel van bloedonderzoek om te kijken of dieren op deze bedrijven mogelijk ook besmet zijn geraakt. ‘In het screeningsonderzoek dat wordt uitgevoerd in de regio met besmette nertsenbedrijven worden ook konijnenbedrijven in het gebied onderzocht, omdat uit onderzoek bij Erasmus Universiteit Rotterdam is gebleken dat konijnen ook gevoelig zijn voor SARS-CoV-2‘, aldus Schouten.
Nieuwe besmettingen
Op 7 mei werd bekend dat er opnieuw bij twee nertsenbedrijven in Noord-Brabant SARS-CoV-2 is vastgesteld. Een bedrijf is gelegen in De Mortel (gemeente Gemert-Bakel) en heeft 10.000 dieren. Volgens Schouten werd dit bedrijf bezocht omdat dit de derde locatie is van de nertsenhouder in Milheeze. ‘Op het bedrijf zijn geen verhoogde mortaliteit of longproblemen waargenomen. Van enkele dode dieren die er waren zijn monsters genomen en getest door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). In deze monsters is het virus aangetroffen’, schrijft Schouten.
Het andere bedrijf, gelegen in gemeente Deurne, heeft geen link met de bedrijven waar eerder al besmettingen werden geconstateerd. Op dit bedrijf zijn 1.500 nertsen aanwezig. ‘Eén van de verzorgers zou een ziektebeeld hebben gehad dat past bij COVID-19. Op beide bedrijven lijken de besmettingen bij de nertsen het gevolg te zijn van een infectie van mens op dier’, aldus de minister.
Voor deze bedrijven geldt dat dieren en mest niet van het bedrijf mogen worden afgevoerd. Ook hier geldt het advies om in een straal van 400 meter rondom de besmette bedrijven niet te gaan fietsen of wandelen. Door de betrokken burgemeesters wordt uit voorzorg een 400 meterzone ingericht, waarin de openbare weg wordt afgesloten voor voetgangers en (bromfietsers).
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Agrio archief