Veehouder heeft na tien jaar vergunning voor 900 koeien, maar tevreden is hij nog niet
Lange tijd wist de gemeente de aanvraag van Peters af te wijzen omdat hij niet genoeg grond had voor zo’n grote ligboxenstal aan de Duifhuisstraat in Schaijk. Het bedrijf voldeed daardoor niet aan het bestemmingsplan waarin staat dat nieuwe veehouderijen grondgebonden moeten zijn.
213 hectare
In 2019 kantelde de zaak in het voordeel van Peters. Hij kon hard maken dat hij in totaal de beschikking kan krijgen over 213 hectare voor de productie van ruwvoer: zo’n 70 hectare is van het bedrijf zelf en de rest is grond van andere agrariërs die hij kan gebruiken. Landerd verleende de vergunning op voorwaarde dat Pebe altijd voldoende grond in portefeuille zou hebben. Jaarlijks op 31 mei moet dit worden aangetoond. De voorwaarde kwam aan de vergunning te hangen.
Peters is het er niet mee eens. Hij kan ook wel eens 860 koeien hebben bijvoorbeeld. Maar hij moet altijd die 213 hectare hebben. Er kan ook op het bedrijf iets voorvallen waardoor er veel minder dieren staan. Dat is geld over de balk smijten want de pachtsom van 2.500 euro per hectare moet wel betaald worden, vindt hij.
De Raad van State kwam op de zitting met een voorstel. Landerd zou in de vergunning als voorwaarde kunnen opnemen dat er voor elke koe zo’n 0,24 hectare gras of maïs is. In die verhouding voldoet het melkveebedrijf aan de eis dat het grondgebonden moet zijn. Peters wil in september gaan bouwen en de stal een jaar later vol hebben staan.
Uitspraak volgt.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Ellen Meinen