Maïsstengelboorder weer actief in Limburg
Nu de eerste maïs in de pluim komt is daarmee volgens Agrea het moment aangebroken voor de bestrijding van de maisstengelboorder. Afgelopen week werd reeds eiafzet van de maïsstengelboorder aangetroffen. Agrea verwacht dat de eerste larven begin volgende week zullen uitkomen. Ze adviseert om vanaf dit weekend een bespuiting met Coragen uit te voeren op (buur)percelen waar in het verleden aantasting is waargenomen. Agrea onderstreept dat voor een succesvolle bestrijding het belangrijk is om deze bespuiting uit te voeren voordat de jonge larven de stengel hebben bereikt en zich naar binnen hebben geboord. Naast een chemische bestrijding zegt Agrea op een aantal praktijkpercelen de mogelijkheden uit te testen van biologische bestrijding van de maisstengelboorder.
Preventief spuiten
Preventief spuiten tegen de maïsstengelboorder is niet nodig. Dat stelt Emile Steins van Steins Gewasverzorging uit Hulsberg. „Behalve op percelen/gebieden waar hij in het verleden veelvuldig aanwezig was, zoals bijvoorbeeld rondom Klimmen, adviseer ik mijn klanten om geen (dure) preventieve bespuiting toe te passen. En als de stengelboorder al in het perceel vertoeft valt de aangerichte schade normaliter mee. Veelal betreft het tot circa 10 procent uitval”, weet Emile Steins. Enkele jaren geleden werd met schrik over de maïsstengelboorder gecommuniceerd. „Nu enkele jaren later blijkt de daadwerkelijke schade toch mee te vallen en zorgt hij voor weinig overlast. Naast de gerichte aanpak spelen de afgelopen twee zeer droge zomers daarbij ook een rol. Nu het vochtiger is ontwikkelt hij zich mogelijk beter.”
Niet opgerukt
Volgens Jos Groten van Open Teelten/Wageningen Plant Research, vertoeft de maisstengelboorder nog steeds in Limburg, maar is (nog) niet verder in noordelijke richting opgerukt. De omvang van de stengelboorder is zelfs minder. Groten: „De aanpak met chemische bestrijding en goede stoppelbewerkingen na de oogst heeft duidelijk effect gehad de afgelopen jaren. Het vernietigen of klepelen van maïsstoppel en het diep onderploegen van gewasresten gaat de overwintering van de larve tegen”, aldus Groten. Volgens Groten heeft het preventief spuiten weinig nut. „Als je geen vlinders in de vallen aantreft hoef je ook niet te spuiten.”
Rups
De maïsstengelboorder is de rups van de bruinachtige motvlinder Ostrinia nubilalis. De vlinder komt vanuit Zuid-Europa richting het Noorden. In ’s werelds belangrijkste maisteeltgebieden is het één van de belangrijkste economische plagen. In 2012 werden in Zuid-Limburg de eerste aantastingen door de maïsstengelboorder aangetroffen. In 2016 werd de motvlinder ook in Midden-Limburg aangetroffen. In 2017 was daar opnieuw schade. De rups vreet gangen in de stengels en kolfstelen met als gevolg uitgeholde en geknikte stengels, legering en kolfverlies met een lagere gewasopbrengst. De vraatsporen van de boorder zijn invalspoorten voor schimmels. De stengelboorder overwintert in stoppel of wortels van maisplanten. Wat ook helpt om de schade van de stengelboorder te beperken is de teelt van vroege maisrassen en vruchtwisseling. Met een vroege oogst zitten nog veel rupsen in de stengel en die voer je dan met het gewas af.