Geloof in kringlooplandbouw onder druk door stikstofcrisis en Covid-19
Uit het onderzoek, uitgevoerd door Motivaction en agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen, komt naar voren dat 79 procent van de ondernemers de huidige manier van voedsel produceren als toekomstbestendig ziet. Ten aanzien van hun eigen werkwijze zijn ondernemers nog positiever, 88 procent vindt de eigen voedselproductie toekomstbestendig.
Bekendheid kringlooplandbouw neemt toe
Bijna 90 procent van de agrarisch ondernemers geeft aan bekend te zijn met het begrip kringlooplandbouw. Het terugdringen van emissies en het sluiten van kringlopen zijn principes die door de meeste ondernemers gekoppeld worden aan kringlooplandbouw. Het vergroten van de biodiversiteit en het verbeteren van het milieu worden steeds bekender. Onderdelen van de kringlooplandbouw, die betrekking hebben op creëren van maatschappelijke verbindingen zijn minder bekend geworden.
Ondernemers zijn minder positief over de kansen die kringlooplandbouw biedt. In 2019 dacht 29 procent van de ondernemers dat het economisch haalbaar was. In 2020 is nog maar 20 procent van de ondernemers hiervan overtuigd. Ook het vertrouwen in de praktische toepassingsmogelijkheden en de exportkansen zijn afgenomen. Opvallend is dat een kleine meerderheid van de ondernemers inmiddels vindt dat het alleen maar geld kost, vorig jaar lag dit percentage nog op 37 procent. Slechts een kwart van de ondernemers denkt dat de omschakeling naar kringlooplandbouw onvermijdelijk is. Zeven op tien boeren geeft aan kringlooplandbouw gedeeltelijk toe te passen en 16 procent werkt met een gesloten kringloop. Het ontbreken van een duidelijke lange termijnvisie van de overheid en onzekerheid over de eigen financiële situatie maakt dat veertig procent van de ondernemers negatiever denkt over de omslag naar kringlooplandbouw.
Waardering en werkplezier belangrijk voor motivatie
Consumenten kunnen een belangrijke rol spelen bij de omslag naar kringlooplandbouw. Ruim de helft van de ondernemers zien waardering voor hun beroep bij de consument gecombineerd met werkplezier als een groot voordeel bij het omschakelen naar kringlooplandbouw. Een eerlijke prijsgarantie kan voor 63 procent van de ondernemers de doorslag geven om te schakelen. De belangrijkste redenen om niet om te schakelen zijn: de steeds veranderende regelgeving, de hoge kosten, minder inkomen en een slechtere concurrentiepositie op de internationale markt.
De helft van de ondernemers is bereid te investeren in natuurbeschermende maatregelen. Zes op de tien ondernemers denkt niet dat het nodig is dat de agrarische sector extra maatregelen neemt om de natuur te beschermen.
Covid-19 heeft veel impact op de omzet van agrarische bedrijven, 61 procent van de ondernemers verwacht een lagere omzet. 17 procent van de ondernemers is door Covid-19 aan het denken gezet over hun bedrijfsvoering. En een kwart van de ondernemers vindt omschakelen naar kringlooplandbouw, sinds Covid-19, moeilijker en minder noodzakelijk.
Veel verschillen tussen sectoren
De omslag naar kringlooplandbouw wordt niet in alle sectoren omarmd. Akkerbouwers en melkveehouders hebben grote twijfels over de economische haalbaarheid, zij hebben meer behoefte aan eerlijke prijsgaranties. Voor akkerbouwers geldt dat zij, door een gebrek aan middelen moeilijk duurzaam kunnen ondernemen. Melkveehouders willen duidelijke en betrouwbare doelen van LNV en de vrijheid zelf in te vullen hoe zij die doelen willen bereiken. De impact van Covid-19 maakt dat melkveehouders een omschakeling naar kringlooplandbouw momenteel als minder noodzakelijk zien.
Varkenshouders en pluimveehouders zijn vooral bezorgd over hun concurrentiepositie op de wereldmarkt. Pluimveehouders willen meer waardering voor hun sector, terwijl varkensboeren behoefte hebben aan meer financiële steun, om de omslag naar kringlooplandbouw te maken.
Het meest positief over een mogelijke omslag zijn de geiten- en schapenhouders en glastuinbouwers. Deze sectoren hebben minder last gehad van Covid-19. Geiten- en schapenhouders vinden de huidige manier van voedsel produceren niet toekomstbestendig en maken zich zorgen over de natuur in Nederland. Zij verwachten dat kringlooplandbouw bijdraagt aan de levensvatbaarheid van bedrijven, zien voldoende praktische toepassingsmogelijkheden en vinden het belangrijk om de natuur in bescherming te nemen. Ook glastuinders denken dat de huidige productiewijze niet toekomstbestendig is. De kringlooplandbouw is in hun ogen praktisch te realiseren en kan een bijdrage leveren aan de levensvatbaarheid van hun bedrijven.
Vleesveehouders en vollegrondsgroententelers zijn ook positief over de kansen die kringlooplandbouw biedt. Covid-19 heeft echter een behoorlijk impact gehad op deze sectoren, de financiële onzekerheid belemmert de omslag naar kringlooplandbouw op korte termijn.
Jonge generatie nog niet overtuigd
Ondernemers van 65 jaar en ouder geloven in het verduurzamen van hun bedrijf door het toepassen van kringlooplandbouw. Zij maken zich minder zorgen over het financiële aspect dan hun jongere collega’s en denken vooral meer plezier uit hun werk te halen. Deze groep ondernemers is eerder bereid tot het nemen van natuurbeschermende maatregelen.
Jongere ondernemers maken zich zorgen over de financiële aspecten van de kringlooplandbouw, maar zien wel kansen om met de omslag nieuwe markten aan te boren. Covid-19 en het gebrek aan voldoende financiële middelen belemmeren de omslag naar kringlooplandbouw.
Regionale verschillen
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat de locatie van de onderneming van invloed is op de mogelijkheden die ondernemers zien in het toepassen van kringlooplandbouw. Ondernemers in West-Nederland zijn vaak positief over kringlooplandbouw. Zij maken zich meer zorgen over de natuur in Nederland en zijn eerder bereid maatregelen te nemen om de natuur te beschermen. Ondernemers in het zuiden van Nederland vinden hun huidige wijze van voedsel produceren niet toekomstbestendig en zijn bereid om te schakelen. Zij willen dan wel de garantie hebben dat consumenten een eerlijke prijs betalen. Ondernemers in Noord-Nederland willen minder regels en voelen zich belemmerd door het huidige stikstofbeleid. Zij zien hun huidige productiewijze als toekomstbestendig. Ook in Oost-Nederland vormt het stikstofbeleid een duidelijke belemmering. Deze ondernemers willen de omslag wel maken, mits zij meer duidelijkheid krijgen over de doelen van de kringlooplandbouw en de termijn waarop dat gerealiseerd moet worden.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Ministerie LNV