Uien telen grote uitdaging in Zeeland

uidwest-Nederland is van oudsher een belangrijk teeltgebied voor uien. De grond in deze regio leent zich daar prima voor. Zeeland kent veel uienverwerkers. „In de loop der jaren is hier een volwaardige ‘uien-infrastructuur’ ontstaan”, zegt Benny van Acker. Hij teelt uien in Absdale (ZL) en is daarnaast adviseur bij agrarisch toeleverancier Van Wesemael. „Desondanks loopt het areaal uien in het zuidwesten de laatste jaren terug. Teeltgebieden in onder meer Drenthe en Groningen zijn in opkomst.” Dat de uienteelt deels verschuift naar andere provincies komt onder meer doordat veel uientelers in Zeeland niet kunnen beregenen. En met meerdere droge jaren na elkaar wordt dat een steeds belangrijker punt. „Ik schat dat driekwart van de Zeeuwse uientelers geen beschikking heeft over zoet water en dus niet kan beregenen”, zegt Hanko Blok, uienteler in Wissenkerke en daarnaast adviseur bij CZAV.
Grote verschillen
De opbrengsten van de Zeeuwse uientelers verschilden de afgelopen jaren sterk. Terwijl telers die beschikken over zoet water goede oogsten binnenhaalden, hadden veel telers die niet konden beregenen magere opbrengsten. „Omdat uien ondiep wortelen, zijn ze extra gevoelig voor droogte”, zegt Van Acker. „Je hebt water nodig om ze te laten kiemen, te laten groeien en vaak ook nog bij het rooien. Veel telers die niet konden beregenen, haalden de afgelopen drie jaar dan ook bar slechte opbrengsten. En soms werden percelen helemaal niet gerooid, omdat het niet loonde.”
Toch is de situatie niet helemaal zwart-wit. Ook sommige telers in het zuidwesten die niet kunnen beregenen, wisten de afgelopen jaren goede opbrengsten binnen te halen, benadrukt Delphy-adviseur Luc Remijn.
Lees verder in de volgende editie van Stal & Akker die op zaterdag 29 augustus op de mat belandt. Nog geen abonnee? Vraag dan hier een gratis proefnummera aan.
Tekst: Ank van Lier
Beeld: Susan Rexwinkel