Pluimveehouder in Nistelrode mag uitbreiden ondanks coronatijd
Het pluimveebedrijf kreeg in juni 2019 een omgevingsvergunning van de gemeente voor het houden van meer pluimvee op het bedrijf. Een omwonende ging in beroep tegen dit besluit. Hij stelt onder meer dat de vergunning niet verleend had mogen worden omdat door de hoge concentratie dieren in het gebied de belasting door de uitstoot van ammoniak en fijn stof het hoogst is van Nederland.
De man kampt volgens eigen zeggen als gevolg van de slechte luchtkwaliteit met gezondheidsklachten. Verder verwijst hij naar een recent artikel waarin een verband wordt gelegd tussen het hoge aantal Q-koortsslachtoffers, de coronavirusslachtoffers en de fijn stofuitstoot in zijn regio. Zowel destijds bij de Q-koorts als nu bij het coronavirus, geldt de gemeente Bernheze als een van de epicentra in Nederland. Dit geeft volgens de man al aan dat er wel degelijk een fijn stofprobleem is in deze regio.
Vergunning terecht verleend
De rechtbank oordeelt dat de gemeente de vergunning verleende binnen het geldende wettelijke kader. Er zijn op dit moment onvoldoende aanwijzingen dat dit kader de gezondheid van de man onvoldoende beschermt. Het is de rechtbank ook niet bekend dat het coronavirus van pluimvee op mensen kan worden overgedragen. De rechtbank vindt het dus nu nog te vroeg voor het oordeel dat er een verband bestaat tussen een verhoogde kwetsbaarheid voor het coronavirus en een hoge fijn stofconcentratie vanwege een individuele veehouderij. Overigens was het coronavirus nog niet in Nederland vastgesteld toen de vergunning werd verleend, zodat de gemeente hier ook geen verwijt valt te maken. Daarom wordt het beroep ongegrond verklaard.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Rechtbank Oost-Brabant
Beeld: Agrio archief
Bron: Rechtbank Oost-Brabant