Noord-Bevelandse akkerbouwers op speurtocht naar zoetwater
Verzilting is een steeds groter probleem, met name in de kustgebieden. Bij droogte kan zoet grondwater geen tegendruk meer bieden, waardoor zilt zeewater ondergronds steeds dieper het land in trekt. Een stijgende zeespiegel zal dit op termijn verder versterken. Voor boeren in de kuststreek vormt dit stijgende zoute water een steeds groter probleem: de bodem wordt namelijk steeds zouter. Drogere zomers en voorjaar versterken dit probleem. Er is steeds minder zoetwater beschikbaar voor beregening.
Zo ook in Noord Beveland. Dit eiland wordt geheel omgeven door zoutwater. Dit zoute water dringt steeds verder het eiland in. Het gevolg is dat er steeds minder zoetwater beschikbaar is voor de verschillende teelten. Noord-Beveland herbergt circa 7.000 ha akkergronden. Hierop worden vooral de gangbare gewassen tarwe, aardappelen, uien en suikerbieten geteeld. „Allemaal gewassen die niet overweg kunnen met zout water”, stelt Geert van der Weele, akkerbouwer en bestuurder van de ZLTO afdeling Noord Beveland.
Ook op Noord Beveland is er een toenemend tekort aan zoetwater. „Zelfs het water in diverse sloten is al zout, dus onbruikbaar om te beregenen. In het verleden was het beregenen van gewassen hier een zeldzaamheid. Echter, in de afgelopen (droge) jaren is het meer en meer een noodzaak. We hoeven alleen in het voorjaar te beregenen om het zaad een boost te geven bij het ontkiemen.” Het water in veel sloten is veelal ongeschikt om te beregenen.
EC-metingen
Om precies te weten welk water wel en niet geschikt is, gaan twintig akkerbouwers uit Noord-Beveland vanaf eind deze maand twee jaar lang tweewekelijks EC-metingen uitvoeren op vaste plekken in de brakke sloten op hun percelen. Doel hiervan is om zoetwater te lokaliseren die mogelijk gebufferd kan worden voor beregening. EC staat voor Electric Conductivity. De EC-waarde geeft het zoutgehalte van het water aan. „De sloten zijn ooit aangelegd voor een snelle afvoer van regenwater. Nu onderzoeken we de optie om ze (ook) in te zetten voor het vasthouden van water ten behoeve van droge perioden”, aldus Geert van der Weele.
De beschikbaarheid van zoetwater voor de akkers in al onze kustprovincies wordt steeds nijpender. Terwijl juist in de steeds drogere voorjaren en zomers, de gewassen een grotere behoefte aan zoetwater hebben. De zoutwaterproblematiek krijgt nog onvoldoende aandacht. Voor de ZLTO aanleiding het Waterschap Scheldestromen op te roepen de zoetwaterbeschikbaarheid en zoetwatervoorziening tot een kerntaak te bombarderen. Dat stelt de ZLTO in een brief aan het Zeeuwse waterschap naar aanleiding van vragen over het ‘Waterbeheerprogramma 2022-2027’.
Pijpleiding
Er lopen al diverse onderzoeken gericht op een goede beschikbaarheid van zoet water door akkerbouwers. Zo is voor Schouwen-Duiveland het idee geopperd om zoet water voor de landbouw aan te voeren via een pijpleiding. In opdracht van de provincie Zeeland heeft adviesbureau Witteveen+Bos de aanvoermogelijkheden onlangs in kaart gebracht en becijfert de kosten met een ruime bandbreedte op 40 tot 180 miljoen euro. De jaarlijkse gebruikskosten worden geraamd op 0,8 tot 3,6 miljoen euro.
De investeringskosten van zoetwateraanvoer zijn een belangrijk aspect in de vergelijking met andere opties om de zoetwatervoorziening voor de landbouw op Schouwen Duiveland te verbeteren, zoals opslag van regenwater in bassins en bodem, hergebruik van restwater of technieken als druppelirrigatie. Ook dit Zeeuwse eiland, met ongeveer 10.000 hectare aan akkers, kampt met een tekort aan zoet water, zeker in tijden van langdurige droogte. De sector lijdt daardoor veel schade aan gewassen.
De laatste jaren klinkt een steeds luidere roep om zoetwateraanvoer. Het adviesbureau heeft een viertal varianten bestudeerd. Alle varianten hebben plussen en minnen. Volgens de provincie scoort geen enkele optie op alle criteria het beste. „De kosten van externe zoetwateraanvoer zijn in alle gevallen hoog”, schrijft de provincie. De provincie gaat nu bekijken in hoeverre de aanvoer van zoetwater een haalbare en een rendabele optie is. Een van de vragen is in hoeverre de boeren financieel willen bijdragen aan de zoetwateraanvoer.