Column: Inkrimping van de veestapel, een ramp of deel van de oplossing?
Vanuit de landbouw roepen we dat inkrimpen van de veestapel een ramp is voor de sector. Inkrimpen zou bovendien het probleem niet oplossen, maar innovatie (zoals we al zo vaak hebben gezegd) zou dit wel kunnen. Dit leidt weer tot de voorspelbare tegenreactie van natuur- en milieuclubs dat de landbouw al jaren roept dat ze alle problemen met innovatie op kan lossen, maar dat daar in de praktijk bar weinig van terechtkomt. Los van het feit dat ik denk dat in beide voorspelbare reacties een kern van waarheid schuilt, kijk ik persoonlijk toch wel anders naar de discussie over het krimpen van de veestapel.
Verdienen aan de boer
Vooropgesteld staat dat een gedwongen generieke krimp van de veestapel op alle bedrijven een ramp zou zijn, dan sla je namelijk in één klap het verdienvermogen weg onder alle bedrijven. Om dat verdienvermogen weer te herstellen, zullen bedrijven elkaar beconcurreren om de weggevallen productieruimte weer terug te kopen. Een extra investering zonder extra rendement, niet alle bedrijven zullen dat overleven. Dit heeft vervolgens weer een versnelde schaalvergroting tot gevolg en dat wilden we toch juist niet?
Volgens mij is het vanuit het perspectief van de individuele boer helemaal geen ramp als de veestapel beperkt krimpt. Mits dit op een verantwoorde en gestuurde manier plaatsvindt. Het hardnekkig vasthouden aan de omvang van de huidige veestapel is denk ik vooral een belang van alles en iedereen die rondom de boer actief is. Of iets minder vriendelijk verwoord: alles en iedereen die aan de boer geld verdient.
Het verdienvermogen van de partijen om de boer heen is direct afhankelijk van de omvang van de veestapel, hun omzet is daarvan een directe afgeleide. Dat maakt het ook logisch dat alle bedrijven in de periferie van de landbouw de boeren zo hard ondersteunen in het verzet tegen krimp van de veestapel. Het promoten van innovatie als oplossing voor de problemen past daar ook nog eens precies bij, want wie gaat er verdienen aan al de investeringen die de boer moet gaan doen om te innoveren? Juist de periferie, en niet de boer!
Sterkere positie
We weten allemaal dat in tien jaar tijd minimaal 30 procent van de boeren stopt, dit is al meer dan vijftig jaar het geval. Dit gegeven kun je ook benutten als we het hebben over de problemen die we als landbouw hebben op te lossen. Of het nu gaat om stikstof, natuur of waterkwaliteit, we weten allemaal dat de huidige omvang van de veestapel het niet makkelijk maakt om deze problemen structureel op te lossen. Zeker, met innovatie is er nog best veel mogelijk. Dit vraagt wel om grote investeringen en het is de vraag of de individuele boer daar financieel beter mee af is dan met een inkrimping van de veestapel.
Wellicht dat een beperkte krimp van de veestapel niet alleen tot gevolg heeft dat we minder grote inspanningen op het individuele bedrijf hoeven te doen om de doelen te halen. Maar dat het zelfs leidt tot een betere, sterkere positie van de boer richting de afnemer en ook de toeleveranciers. In een overschotmarkt is het namelijk altijd slecht onderhandelen. Wat mij betreft zouden we dus als boeren ook het lef moeten hebben om te kijken hoe we het gegeven dat er jaarlijks minimaal 3 procent van onze collega’s stoppen kunnen inzetten om de grote uitdagingen waar we voor staan op te lossen.