Sint Anthonis meet fijnstof in de hele gemeente

„We gaan meer meten in een groter gebied”, vertelt wethouder Wouter Bollen van de gemeente Sint Anthonis.
„Meting van fijnstof is belangrijk vanuit het oogpunt van volksgezondheid”, zegt onderzoekster Monique van der Gaag. De projectleider van Connecting Agri & Food – die betrokken was bij het eerste onderzoek in Sint Anthonis - wijst erop dat uit RIVM-metingen blijkt dat de gemiddelde waarden in Zuid-Nederland hoger liggen dan elders in het land.
Wind belangrijke factor
„Windsnelheid is een heel belangrijke factor bij verspreiding van fijnstof”, stelt Van der Gaag naar aanleiding van de metingen aan de Noordkant-Zandkant, die werden gehouden van maart 2020 tot januari 2021. Bij hogere snelheden werden lagere concentraties fijnstof gemeten, bij minder wind was de variatie in concentraties groot. De patronen worden volgens de onderzoekster mede beïnvloed door bronnen ver buiten de gemeentegrenzen.
Uit het onderzoek bleek ook dat voor het meten van patronen van fijnstof geen fijnmazig netwerk nodig is. „Als je het fijnstof als een deken beschouwd, varieert die deken in dikte en samenstelling. Iedere bron van fijnstof draagt bij aan de deken die over de wereld gaat.”
Bij de rapportage werden overigens alleen de metingen van de fijnere fijnstofdeeltjes (PM2,5) verwerkt, omdat de gebruikte sensoren te veel afwijkingen gaven bij de grovere deeltjes (PM10), welke vooral afkomstig zijn uit de intensieve veehouderij.
Vervolgonderzoek
Tegenover het compacte gebied Zandkant-Noordkant tijdens het eerste meetproject (1,5 km2) worden de vervolgmetingen in de hele gemeente Sint Anthonis (totaaloppervlak 100 km2) gehouden. „Gebleken is dat je met veel sensoren in een klein gebiedje veel overlap krijgt. Dan kun je beter een groter meetgebied kiezen.”
Volgens Van der Gaag is het handig om sensoren langere tijd op vaste locaties te laten staan. „Wordt echter op een locatie continue hetzelfde gemeten als op een naastgelegen locatie, dan levert dit geen meerwaarde op. Dan kun je die sensor beter verplaatsen.”
Het eerste onderzoek naar fijnstof bestond uit twee onafhankelijke meettrajecten; enerzijds dat van Connecting Agri & Food, anderzijds van de Burgerwetenschappers Land van Cuijk. „We hebben elkaar geïnformeerd en elkaar data beschikbaar gesteld”, aldus Van der Gaag die de samenwerking als positief bestempeld.
Optimaliseren beschikbare sensoren
In het vervolgonderzoek zijn Burgerwetenschappers zowel bezig met het meten van luchtkwaliteit als met het testen en optimaliseren van de beschikbare sensoren. Op het moment worden zowel PM1,0, PM2,5 als PM10 fijnstofdeeltjes gemonitord. Volgens een woordvoerder van de gemeente Sint Anthonis geldt wel dat voor PM10 de bestaande sensoren nog onvoldoende betrouwbaar zijn. „De metingen naar PM10 worden dan ook voornamelijk uitgevoerd om de sensoren te verbeteren en te kalibreren.”
Volgens samenmeten.nl – de website waarop de sensorgegevens door het RIVM verzameld worden - zijn er momenteel in de gemeente Sint Anthonis 23 sensoren actief voor het meten van fijnstof.
Nieuwe kennis
Het vervolgonderzoek van de Burgerwetenschappers is geen ‘gesloten’ opdracht. Hoewel de gemeente Sint Anthonis per 1 januari 2022 ophoudt te bestaan en op gaat in een grote nieuwe gemeente Land van Cuijk, loopt het onderzoek nog vier jaar door. „Begin dit jaar heeft het college besloten om de stichting jaarlijks financieel te ondersteunen tot 2025, zodat het bestaansrecht van de stichting gewaarborgd is”, aldus de woordvoerder.
Wethouder Bollen staat er vierkant achter. „Het idee om hier real time te meten levert kennis op. Dat willen we graag meegeven aan de nieuwe gemeente. Daar kan het gebruikt worden bij het ontwikkelen van doelgerichte maatregelen.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Ruth van Schriek