Limburg gaat (boeren)energiecoöperaties ondersteunen bij de lastige opstartfase
Boeren zijn regelmatig betrokken bij regionale energieprojecten, omdat zij over de ruimte beschikken waar bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen worden geplaatst. In Limburg is dat niet anders. Zo houdt de Limburgse Land- en Tuinbouworganisatie (LLTB) op donderdag 20 mei een digitale informatiebijeenkomst over het onderwerp. Ook coöperatief samenwerken in energie-projecten staat dan op de agenda.
LLTB startte in 2015 al een pilotproject in de regio Leudal. Het was de bedoeling om de 'eerste Boer Burger Energiecoöperatie van Nederland' op te richten. Een project dat uiteindelijk via een andere weg in Neer (LB) (via de coöperatie Leudal Energie) van de grond kwam. Bij een biologische akkerbouwer is een deel van het dak volgelegd met zonnepanelen die gefinancierd zijn door burgers via de coöperatie.
Terugleveren
Op de schuur van akkerbouwer Wiel van de Bool tussen Kessel en Neer liggen de 310 panelen. „Nadat we zelf zonnepanelen hadden gelegd, moest er een nieuwe aansluiting komen", vertelt hij. „De oude aansluiting was geschikt voor minder capaciteit, daar zijn nu de panelen van Leudal Energie op aangesloten. Want daar begint het allemaal mee, er moet toestemming zijn om terug te kunnen leveren aan het net via de netbeheerder."
Van de Bool is zelf lid van de coöperatie, die in de gemeente Leudal ook windmolens op agrarische grond heeft bij andere boeren. Van de Bool heeft dus zonnepanelen op zijn dak.„Iedereen roept dat eerst de daken vol moeten worden gelegd met zonnepanelen, en dat vind ik ook", zegt de boer die samen met zijn zoon een VOF heeft met 45 hectare akkerbouwgrond. „Maar dat is nog niet zo makkelijk. De constructie moet voldoen, daardoor vallen er al veel daken af. En als er een hypotheek op de schuur zit, gaat de bank vaak niet akkoord. Daar zouden ze iets aan moeten doen."
Landbouwgrond
De akkerbouwer ziet de druk vanuit de overheid om toch voor een zonneweide op landbouwgrond te gaan, toenemen. „Hier wordt nu ook een park ontwikkeld op ruim 5 hectare landbouwgrond. Daar ben ik principieel op tegen, want dat is goede grond dat moet worden ingezet voor het verbouwen van voedsel. Een windmolen is wat dat betreft een stuk minder ingrijpend, want daarvoor is minder land nodig. Bovendien vult zo'n molen zonnepanelen op daken goed aan."
Aan de zonnepanelen van de coöperatie houdt hij zo'n 900 euro per jaar over. De mensen uit de buurt die mee hebben gefinancierd houden er een belastingvoordeel aan over. „Ik ben er trots op dat die panelen er liggen. Het sluit ook perfect aan bij de biologische producten die wij via onze eigen landwinkel verkopen. We krijgen veel complimenten van klanten over de zonnepanelen op het dak."
Volgens de provincie zijn er al 24 coöperaties actief. 'Samen hebben zij al 6 windprojecten en 19 zonneprojecten gebouwd en ervoor gezorgd dat de opbrengsten daarvan zoveel mogelijk terecht komen in de omgeving waar ze gebouwd worden.' Het fonds heeft een looptijd tot 31 december 2039.