NAJK-manifest valt goed bij leden Europarlement
In het manifest signaleren de jonge boeren drie zaken die de land- en tuinbouw belemmeren om in de toekomst haar functie te blijven vervullen. Dit zijn de extra nationale regelgeving die de concurrentiepositie van Nederlandse boeren verslechtert, ongefundeerde uitspraken in het maatschappelijk debat, en een sterke competitie om grond en milieuruimte. Zij vragen de politiek, en zeker de partijen aan de formatietafel, om hen een langetermijnperspectief te bieden, om te sturen op doelen in plaats van op detailwetgeving, om de positie van de sector te verbeteren, om bedrijfsovername financieel behapbaar te houden en om in te zetten op betere informatievoorziening over de sector.
Naast het NAJK hebben veertien andere jongerenraden, - programma's en college's het manifest ondertekend, waaronder de jongerenraad van FrieslandCampina en de jongerenvertegenwoordiging in de ledenraad van de Rabobank.
'Belangrijk signaal'
Europarlementslid Jan Huitema vond het "een goede notitie en een belangrijk signaal naar ons toe." Hij zag weinig licht tussen de opvattingen van de manifestpartners en die van de Nederlandse landbouwwoordvoerders in het Europarlement. "Bert-Jan Ruissen en ik zijn bezig met het nieuwe GLB, en dat gaat ook deze kant op", vertelde hij.
Namens Annie Schreijer-Pierik, die door familie-omstandigheden was verhinderd, ging haar medewerker Sander Smit in op het punt van eerlijke handel. „In Nederland is veel aandacht voor dierenwelzijn", gaf hij als voorbeeld, „maar op Europees niveau is het nog een uitdaging om dat terug te verdienen in de keten. En in internationale handel is het helemaal moeilijk." Hij zag wel dat de rest van Europa zich langzaam naar het Nederlandse niveau beweegt, en dat ook bij internationale handelsverdragen steeds meer aandacht voor het onderwerp komt.
Bert-Jan Ruissen ging daarin mee. „We moeten kritisch blijven kijken naar importen en zorgen dat we niet overspoeld worden door producten die geproduceerd zijn met lagere normen." En ook stelde hij dat boeren die, via de ecoregelingen in het nieuwe GLB, zich inzetten voor duurzaamheid, daar een beloning voor moeten krijgen die meer is dan een vergoeding voor de onkosten. „Jan, Annie en ik zitten hier op dezelfde lijn", vertelde hij. „We werken hier samen over de partijen heen."
GLB
Volgens de parlementsleden is het voor boeren belangrijk om via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid tot een duurzame vorm van landbouw te komen. „Het verdienmodel zal beter zijn bij meer duurzame vormen van landbouw dan bij boeren die alles bij het oude laten", meende Huitema. Maar hij wees erop dat om dat te bereiken, overheidssteun belangrijk is. „Maar er zit een limiet op wat Nederland daaraan mag uitgeven." Dat is, vertelden de parlementsleden, waarom ze het mogelijk willen maken daar het GLB voor in te zetten. „Daar zit geen staatssteunlimiet op."
Volgens Smit worden beloningen voor extra inspannignen voor milieu en klimaat ook niet aangemerkt als staatssteun. Hij adviseerde de jonge boeren om samen met provincies hier te zoeken naar oplossingen die complementair zijn met de ecoregelingen. En om hiervoor met de overheden langetermijncontracten op te stellen, die stabiliteit bieden tegen de politieke waan van de dag.