LAJK: ‘We hebben maar één doel voor ogen: door kunnen blijven boeren’
Mayco, waarom ben je voorzitter geworden van het LAJK?
„Ik zat al een paar jaar in het LAJK-bestuur Daardoor kreeg ik steeds meer bestuurservaring en werden de lijntjes met de provincie korter. Dus toen Willem (Voncken, red.) aangaf dat hij de stap naar het NAJK wilde maken, zag ik het voorzitterschap wel als mooie en leerzame uitdaging.”
En wat is die uitdaging voor jou?
„Het gaat dan vooral om de lijntjes met de Limburgse politiek zo kort mogelijk te houden, dat ze niet meer om de jonge Limburgse boer heen kunnen. We moeten om tafel worden gevraagd bij het bespreken van beleidsstukken, waarvan op dit moment stikstof natuurlijk een hele belangrijke is. Daar kunnen wij als toekomstige generatie veel last van krijgen. Dat betekent overigens niet dat we standaard overal op tegen zijn, maar we kunnen wel uitgesproken zijn in onze communicatie. Waarschijnlijk meer dan de LLTB.”
Waarom kunnen jullie meer uitgesproken zijn?
„Wij zijn een jongerenclub en hebben eigenlijk maar één doel: door kunnen blijven boeren. De doelgroep waar wij de belangen voor behartigen is vrij smal in vergelijking met die van de LLTB. Wij houden ons minder bezig met de oudere generatie boeren. Wij vinden bijvoorbeeld dat er met de stikstofaanpak eerst gekeken moet worden naar oudere boeren die willen stoppen en dat er op die manier ruimte wordt gecreëerd voor jonge boeren die wel door willen met hun bedrijf.”
Hoe verloopt het contact met de provincie?
„Mijn ervaring is dat de Limburgse politiek over het algemeen goed meedenkt met de boeren, zij het binnen de kaders. Maar er is hier sowieso geen sprake van een uitrookbeleid zoals in Noord-Brabant. De provincie geeft ook wel eerlijk aan als iets niet kan. De lijntjes tussen de provincie, het LAJK en de LLTB zijn kort, dat is een voordeel. Er komen bijvoorbeeld geen besluiten naar buiten waar je je als landbouw totaal niet in kan vinden omdat er al vanuit een landbouwvisie naar gekeken is. Maar nu we geen Gedeputeerde Staten meer hebben, is het wel afwachten wat er komen gaat.”
Uit cijfers van het CBS blijkt dat in Limburg het laagste aantal bedrijfsopvolgers te vinden is. Hoe ervaren jullie dat als LAJK?
„Die cijfers komen niet echt als verrassing. Wij hebben hier zelf een paar jaar geleden ook onderzoek naar gedaan. Onder de 600 leden die we hebben, zijn er de komende tien jaar zo’n 200 tot 250 serieuze bedrijfsovernamekandidaten. Dat gaat dus vrij hard naar beneden, maar je hebt jonge boeren echt nodig om het buitengebied leefbaar te houden. Dat proberen we ook aan de provincie duidelijk te maken.”
Hoe komt het dat het aantal bedrijfsovernamekandidaten zo hard omlaag gaat?
„Misschien de wet- en regelgeving? Dat die te belemmerend is om een bedrijf voort te zetten? Of het imago en de negatieve berichtgeving uit de media over de landbouw? Echt een duidelijke reden waarom het aantal bedrijfsopvolgers in Limburg laag is, zou ik niet zo kunnen geven. Er zijn namelijk heel veel redenen waarom iemand er voor kiest om het bedrijf niet over te nemen.”
Is er wel toekomst voor de jonge boer in Limburg?
„Ja, maar het ligt er wel aan wat je uitgangssituatie is en welke ambities je hebt. In Zuid-Limburg vind je bijvoorbeeld veel akkerbouw en een melkveehouderijsector die vooral bestaat uit kleinere bedrijven. Mogelijkheden tot schaalvergroting zijn daar beperkt, maar er zijn juist wel weer mogelijkheden tot verbreding. Je kan dan denken aan een boerderijwinkel of iets op het gebied van toerisme. In Noord- en Midden-Limburg passen juist wel weer wat grootschaligere bedrijven. Uiteindelijk gaat het erom dat je het bedrijf zo doorontwikkelt op een manier die bij jou en de omgeving past. Dan is er altijd een toekomst voor de jonge boer in Limburg.”
Welke thema’s spelen er in de provincie die van belang zijn voor jonge boeren?
„Voornamelijk het stikstofdossier, maar dat is in heel Nederland zo.”
Welke zorgen hebben jullie als het gaat om het stikstofdossier?
„De onzekerheid die heerst: wat is je vergunning nu nog waard? Nu is het denk ik wel zo dat dit in Limburg iets minder speelt dan in andere provincies omdat wij veel natuurgebieden hebben. Je hebt daarom hier als boer al vrij snel een Nb-vergunning nodig, dus qua rechtszekerheid is dat wel beter geregeld. Maar er zijn in Limburg ook zeker bedrijven die door de PAS in de problemen zijn gekomen. Daarnaast staan we als sector ook al een paar jaar stil. Als jonge boer wil je juist plannen maken en gas geven. Een ander punt van zorg is de grote claim die op landbouwgrond ligt. Grond die vrijkomt doordat boeren stoppen, bijvoorbeeld door een opkoopregeling, moet ten goede komen van jonge boeren en niet gebruikt worden voor zonneparken of natuur. Daar zijn wij heel stellig in.”
Wat hebben jonge boeren nodig van de provincie?
„Zekerheid en dat de provincie als betrouwbare partner naar buiten treedt. Dat er wet- en regelgeving komt waar je als boer last van kunt krijgen, daar kom je niet onderuit. Maar als de provincie wet- en regelgeving bedenkt, dan moet wel in samenspraak met boeren gebeuren. En het moet realistisch zijn wat er wordt gevraagd. Ook zien we graag dat de provincie een langetermijnvisie geeft en zich hieraan houdt en er niet na één jaar al een schepje bij bovenop gaat doen.”
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Stine de Bruijn