Rechter zet voorlopig streep door bouw nieuwe pluimveestal van jonge boer

De Raad van State schorste 31 mei het bestemmingsplan Vlieterdijk 34 dat de gemeenteraad heeft vastgesteld voor het pluimvee- en melkveebedrijf van Vosters. Er zitten teveel onzekerheden in het bestemmingsplan, vindt de voorzieningenrechter. De zaak is doorgeschoven naar de bodemprocedure later dit jaar.
De jonge boer liep al negen jaar vertraging op door bezwarenprocedures. Daar komt nu nog wat meer tijd bij. Ook zijn de spelregels de afgelopen periode veranderd door de overheid en door rechterlijke uitspraken waarvan de PAS-uitspraak van de Raad van State van mei 2019 de meest ingrijpende is.
Stalderingsbewijs
Het schorsingsverzoek werd begin mei ingediend door Groen Kempenland, Milieuvereniging Bladel en de Brabantse Milieufederatie. Hun belangrijkste bezwaren lijken gegrond, aldus de uitspraak. Zo is het bouwperceel dat in het bestemmingsplan is opgenomen groter dan de anderhalve hectare die is toegestaan volgens de Interim Omgevingsverordening van de provincie. Onduidelijk is ook welke stikstofgevolgen de bouw van de stal heeft op beschermde Natura 2000-gebieden in de omgeving. In het bestemmingsplan ontbreekt verder een rechtstreekse bepaling over stalderingsbewijzen.
De Raad van State wil dat in het bestemmingsplan komt te staan dat stalderingsbewijzen afkomstig zijn van bedrijven die langer dan drie jaar hebben gedraaid. De gemeente Bergeijk vond zo’n bepaling niet nodig omdat alles over stalderingsbewijzen, waarmee agrariërs bij stoppers ammoniakrechten opkopen, al is geregeld in de provinciale verordening. De bodemzaak tegen het bestemmingsplan dient later dit jaar.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Susan Rexwinkel