'Carbon farming moet leuk zijn, boeren hebben motivatie nodig'

Koolstofboeren, bedrijven, beleidsmakers, ZLTO en belanghebbenden keken tijdens de bijeenkomst terug op de reeds gezette stappen en wat de ervaringen zijn met carbon farming. Het driejarige Europese Interreg-project begon in september 2018 met zeven partners uit Nederland, België, Noorwegen en Duitsland. De Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en Bionext, de Nederlandse ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding, doen er voor Nederland aan mee. Samen werken ze aan het bevorderen van goed bodembeheer door agrariërs en het ontwikkelen van verdienmodellen.

In de kinderschoenen

„Voordat we begonnen hielden we onder 500 boeren een enquête. Daaruit bleek dat ze een belemmering zagen in hoe je het in je bedrijf kan gebruiken en de onzekerheid van de opbrengsten, want het verhogen van het organisch stofgehalte gaat langzaam. Met die respons zijn we aan de slag gegaan”, vertelt projectleider Marjon Krol van ZLTO. „Een verdienmodel klinkt simpel, maar vind maar eens partijen die er in willen stappen terwijl het nog in de kinderschoenen staat.” Zeeuwind was vanaf het begin betrokken en keukenfabriek DKG sinds maart dit jaar. Krol vertelt dat ze veel hebben geleerd en veel problemen hebben opgelost en dat ze nu een white paper aan het schrijven is over de conclusies die eind juni klaar is.

Goed verdienmodel

Bestuurder Hendrik Hoeksema van ZLTO overhandigde aan de Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat (zie foto hieronder) aanbevelingen, want naast een praktische kant is er ook een beleidskant. „Carbon farming moet leuk zijn, boeren hebben motivatie nodig", zei Hoeksema. „Het moet niet alleen een project zijn van de overheid. Gebruik de kennis als overheid en maak stapelen mogelijk. Verzamel data en deel die met elkaar en benut de kansen voor Nederland, want carbon farming is meer dan CO2 uit de lucht halen. Het betekent ook een weerbaardere en duurzamere bodem.”

De gedeputeerde had uitsluitend complimenten voor het project. Hij benadrukte wel dat er een goed verdienmodel moet komen dat breed gedragen kan worden.