Provincie Noord-Brabant blijft onderzoek naar Sorghum faciliteren
In 2018 startte provincie Noord-Brabant samen met een groep veehouders en het Louis Bolk Instituut het Praktijknetwerk Sorghum. Acht boeren telen sindsdien sorghum en delen hun ervaringen met vier adviseurs en twee veredelaars.
De eerste bevindingen waren veelbelovend volgens het praktijknetwerk. Tijdens een mini-symposium begin 2020 concludeerden ze dat het gewas veel potentie heeft, maar er waren wel vragen over teelt en rassenkeuze. Daarom blijven de boeren tot en met 2022 Sorghum telen en bodem- en voederwaardeanalyses doen.
Resultaten tot nu
Tot nu toe blijkt uit de resultaten van het netwerk dat de voederwaarde van Sorghum achterblijven op het referentiegewas maïs. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de grote veredelingsachterstand denken de deelnemers. Daarentegen zijn de opbrengsten (ton droge stof per hectare) van het structuurtype Sorghum gelijk of hoger dan van maïs.
Uit een bemestingsproef bleek de stikstofopname van het structuurtype Sorghum hoger te zijn dan die van mais. Dit type liet bovendien de hoogste stikstofopname zien bij zowel kunstmest als drijfmest. Het had dan ook lagere N-mineraalgehalten in de bodem dan mais. Hiermee lijkt dit Sorghumtype minder uitspoelingsgevoelig. Onder de extreem droge omstandigheden van de zomer 2020 gaf drijfmest zowel bij maïs als de Sorghum-typen een hogere opbrengst dan kunstmest, ondanks een gelijk stikstofniveau.
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: Landbouw, Voedsel Brabant