35 procent varkenshouders haakt af bij Srv regeling
Van de 430 varkenshouders die zich hadden aangemeld en in aanmerking zouden komen voor de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv), maken er uiteindelijk 278 daadwerkelijk gebruik van deze stoppersregeling. Daarmee trok één op de drie varkenshouders de aanvraag uiteindelijk in. Dit zorgt ervoor dat het stikstofeffect van de Srv 2,8 mol lager uitvalt dan de beoogde 8,5 mol. Naast een lager aantal stoppende varkenshouders dan vooraf ingeschat zorgt voor het lagere stikstofeffect ook een lager gemiddelde stikstofemissie per stoppend bedrijf en een gemiddeld andere ligging dan geraamd ten opzichte van Natura 2000-gebieden. Dit alles vertaalt zich in een lagere stikstofdepositie en dus minder stikstofwinst bij opkoop.
Toch positief
Ondanks het groot aantal afhakers is LNV minister Schouten toch positief over het bereikte resultaat. In haar brief aan de Tweede Kamer stelt ze dat deze afname van het aantal varkenshouderijen leidt tot minder geuroverlast en verbetering van de leefomgeving in Zuid- en Oost-Nederland, zoals bij de aankondiging van deze vrijwillige regeling in het Regeerakkoord is beoogd. Minister Schouten: „De vermindering van stikstofuitstoot en -depositie, blijft echter achter bij de eerdere prognose. Dit laat zien dat de structurele stikstofaanpak continu monitoring en meebewegen vereist. Rijk en provincies nemen hun verantwoordelijkheid door bij te sturen.” Daarvoor gaan het Rijk en de provincies de overgebleven financiële middelen (170 miljoen euro) inzetten voor andere stikstofmaatregelen. Daarbij wordt concreet gedacht aan een verhoging van het budget voor de (vrijwillige) gerichte opkoop van piekbelasters rondom Natura 2000-gebieden en het nemen van projectspecifieke maatregelen (zoals extern salderen) om MIRT-projecten mogelijk te maken. Eventueel dan nog resterende gelden willen Rijk en provincies doorschuiven naar de tweede tranche, waarbij ook verplaatsing van veehouderijen in combinatie met innovatie een opties is.
Doel
De inmiddels gesloten Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) was bestemd voor geuroverlast veroorzakende varkensbedrijven in het concentratiegebied Zuid of Oost. Deze varkenshouders konden subsidie aanvragen als zij stopten met hun bedrijf of een bepaalde locatie. Insteek van de Srv is dat door minder varkenshouderijlocaties de geuroverlast in deze veedichte gebieden vermindert. Voor de Srv was 455 miljoen euro beschikbaar. Eerst bedroeg het budget 180 miljoen euro. Op 16 juni 2020 besloot minister Schouten het beschikbare budget met 275 miljoen euro te verhogen om zo alle goedgekeurde aanvragen daadwerkelijk te kunnen inwilligen. Door het groot aantal afhakers blijft nu 170 miljoen euro over. Het subsidiebedrag is een vergoeding voor het helemaal of voor een deel vervallen van de varkensrechten en het waardeverlies van de productiecapaciteit die de varkenshouder gebruikt voor het houden van varkens.
Rekenkamer
In totaal is van 430 varkenshouders de aanvraag voor de Srv goedgekeurd. Na die goedkeuring trok maar liefst 35 procent van de varkenshouders de aanvraag weer in. Eerder stelde de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoek over 2020 dat dit percentage lager had kunnen zijn. Volgens de Rekenkamer heeft LNV onderschat hoeveel tijd varkenshouders nodig hebben om tot een besluit te komen. Stoppen met het varkensbedrijf is een ingrijpend besluit. Varkenshouders moeten overleggen met gezin, financiers en adviseurs. Ook moeten ze met de gemeente in de slag over de bestemming van de locatie na de sanering. Dit hele proces is moeilijk voorspelbaar en duurt regelmatig langer dan de subsidieregeling toestaat. Vooral het feit dat varkenshouders niet tijdig uitsluitsel van de gemeente krijgen over wat op de locatie mag, bleek een struikelblok. Een ander deel van de afhakers gaf aan dat het subsidiebedrag tegenviel en dat die te laag was om daadwerkelijk met hun bedrijf te kunnen stoppen. LNV stelt dat in de evaluatie van de regeling voor deze kritiekpunten aandacht zal zijn, om zo lessen te kunnen trekken voor eventuele toekomstige regelingen.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bron: Ministerie LNV