Noord-Brabant ziet geen probleem in mestverwerker in buitengebied Asten
„Iedereen moet zich in Nederland aan de regels houden, maar als het om het mestbedrijf aan de Dijkstraat gaat, kan alles en worden tijdens de wedstrijd nieuwe regels verzonnen om de uitbreiding maar te kunnen legaliseren”, zei Mens Dier en Peel-woordvoerder Jan van Hoof dinsdag tijdens een rechtszaak bij de Raad van State. Samen met naamgenoot Ton van Hoof, woordvoerder van een aantal omwonenden, probeerde hij de zoveelste nieuwe vergunning van varkenshouder en mestverwerker Koolen-Jonkers van tafel te krijgen.
Uitbreiding
Eind november 2018 haalde de Raad van State al eens een dikke streep door de vergunning die de jaarlijkse mestverwerkingscapaciteit van 6.000 naar 80.000 ton moet legaliseren. De uitbreiding is al gerealiseerd en het bedrijf werkt alweer ruim twee jaar volgens de vergunning die nog niet door de Raad van State is goedgekeurd. Het is ook nog maar de vraag of de gerepareerde vergunning ongeschonden de eindstreep haalt, bleek tijdens de rechtszitting in Den Haag.
Volgens de vergunningverlener Noord-Brabant voldoet het bedrijf nu aan alle provinciale en landelijke milieunormen. Ook Koolen zelf weet zeker dat hij voldoende maatregelen heeft genomen en geen onaanvaardbare milieuoverlast veroorzaakt.
Geuruitstoot
Raadsman Ton van Hoof gelooft er niets van. „De provincie en Koolen gaan uit van een filterrendement van 75 procent. Dat is in de praktijk onhaalbaar en het wordt bovendien nooit gecontroleerd.” Volgens een deskundige van Koolen-Kovemi is er de afgelopen drie jaar twee keer is gemeten en beide keren viel de geuruitstoot ruim beneden het maximaal toegestane plafond. Van Hoof merkte op dat het om momentopnames gaat en dat ook niet bekend is onder welke omstandigheden de metingen plaats vonden, ’was de luchtfilter net schoon gemaakt, of al een tijd in gebruik. Want het is bekend dat het rendement achteruit gaat als de filter langer in gebruik is.’
Ook rechter en staatsraad Liesbeth Steendijk zette vraagtekens bij de geurmetingen en de conclusies die daaruit getrokken zijn. Verder bleek dat de provincie Noord-Brabant onlangs haar eigen Verordening Ruimte heeft aangepast zodat de mestverwerker aan de Dijkstraat kan blijven zitten. Want eigenlijk wil de provincie geen mestverwerkers meer in het buitengebied. Die moeten naar daartoe aangewezen industrieterreinen. Alleen voor Kovemi lijkt Noord-Brabant een uitzondering te maken.
Overeind houden
En dat kan volgens de omwonenden en milieuorganisaties alleen door de eigen regels te buigen en op te rekken. „Die wijziging van de Verordening is alleen doorgevoerd om dit mestbedrijf overeind te houden”, zei Jan van Hoof, die de provincie ook verwijt helemaal niets te doen met handhavingsverzoeken tegen Kovemi. De Raad van State gaat de komende weken de vergunning nog eens goed tegen het licht houden en doet binnen zes a twaalf weken uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen