Biedt veldboon kansen aan Zeeuwse akkerbouwers?
Veldbonen zijn van oudsher een Zeeuws streekproduct. In het verleden werden tienduizenden hectares veldbonen geteeld. Sinds een jaar of vijf is er, door de vergroeningseis van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, een nieuwe interesse voor gewassen als veldbonen. Ook het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wil in 2030 het areaal vlinderbloemigen in Nederland vervijfvoudigen naar 100.000 hectare.
De Europese Commissie riep de lidstaten op om zelf meer eiwitrijke gewassen te produceren en minder afhankelijk te worden van geïmporteerde soja. Met potentiële opbrengsten van 5 tot 7 ton per hectare en een eiwitgehalte van 25 tot 30 procent zijn veldbonen een interessant alternatief voor soja.
Stikstof binden
Overal in Nederland ontstonden kleinschalige projecten met onder andere veldbonen. De vlinderbloemigen binden stikstof uit de lucht en stoten minder broeikasgassen uit dan andere akkerbouwgewassen. Toch blijft het aantal hectares en telers van veldbonen door de lage opbrengst klein. Uit de meest recente CBS-cijfers blijkt dat er in Nederland 1092 hectare veldbonen – zomer en winter – worden geteeld. Het jaar daarvoor was dat nog 15 procent minder. Daarmee zijn er nog lang niet voldoende bonen om de import van 700.000 ton soja te vervangen.
De meeste bonen eindigen in het veevoer, slechts een paar procent wordt gebruikt voor de productie van plantaardige vleesvervangers voor menselijke consumptie. Onderzoeksbureau IRI Nederland publiceerde dat de omzet van vleesvervangers in supermarkten sinds 2017 steeg met 53 procent tot een omzet van ongeveer 165 miljoen euro.
Samenwerking CZAV
Meatless uit Goes (ZL), producent van plantaardige vleesvervangende vezels voor de voedingsindustrie, begon in 2018 met het verwerken van veldbonenmeel in vegetarische producten. De circa 200 ton, die zij per jaar nodig hebben, kwam voornamelijk uit Groot-Brittannië en Duitsland. Daar komt nu verandering in, want Meatless werkt samen met coöperatie CZAV, provincie Zeeland en adviesbureau MHF-Pulses in een regionaal project met in Zeeland geteelde veldbonen.
Directeur Jos Hugense van Meatless verwacht dat de veldbonenteelt een interessante aanvulling kan betekenen op het bouwplan. „Zeker omdat de opbrengst per hectare door veredeling flink gestegen is. Inmiddels kan al zo'n 2500 kilo eiwit per hectare worden geproduceerd, ongeveer 7-8 ton bonen. Zeeuwse boeren kunnen dus specifiek telen voor de industrie.” Volgens Hugense zijn dat nu nog geen heel grote hoeveelheden, maar de belangstelling neemt toe en voor volgend jaar zijn al wat grotere afzetcontracten afgesloten.
Subsidie
Door de lagere grondprijzen kunnen akkerbouwers in andere Europese landen, zoals Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland, veldbonen goedkoper telen. Nederlandse boeren kunnen daarmee niet concurreren. Bovendien kost het telen van eiwitrijke gewassen in Europa meer dan het importeren van soja. Daarom is financiële steun voor eiwitgewassen noodzakelijk. In zestien EU-landen, waaronder Spanje en Frankrijk, gebeurt dat al met gemiddeld 116 euro per hectare. Als het LNV de veldbonenteelt een boost wil geven, moet ook zij over de brug komen met subsidie.
Tekst: Ellen De Vriend
Journalist, eindredacteur van diverse kranten en auteur in Zeeland. Schrijft freelance voor het vakblad Stal en Akker bij Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel