Waterschap Scheldestromen gaat jakobskruiskruid ruimen
Woordvoerder Arjan Goossen van Waterschap Scheldestromen beaamt dat het jakobskruiskruid een steeds groter probleem in Zeeland aan het worden is, door het uitwaaien van de zaadpluizen. Direct er achteraan vertelt hij dat de plant niet door het ministerie is aangewezen als probleemsoort en er dus geen wettelijk kader is voor bestrijding, zoals bijvoorbeeld bij de distelverordening het geval is. Hij doelt daarmee op de akkerdistel en akkermelkdistel die, als ze vlakbij een landbouwperceel staan, in Zeeland worden bestreden.
Maaibeheer herzien
Goossen vult aan dat boeren, die het jakobskruiskruid op hun perceel hebben staan, zelf verantwoordelijk zijn voor de bestrijding ervan. Wel krijgt het waterschap de laatste weken meer meldingen over het kruid in wegbermen. De woordvoerder heeft het idee dat de plant gelijkmatig over Zeeland verspreid staat. „Waterschap Scheldestromen gaat het maaibeheer komend najaar herzien en neemt daarin de aanpak van het zeer giftige jakobskruiskruid op. In de wegbermen streven we ernaar om het kruid zoveel mogelijk op te ruimen.”
Bidden
Dat past mooi bij de wensen van ZLTO, die al lange tijd pleit voor een actief en flexibel maaibeheer, maar weinig gehoor kreeg bij gemeenten en Rijkswaterstaat. „Op landbouwgrond, die regelmatig wordt omgeploegd, bemest en met onkruidbestrijders bespoten krijgt het kruiskruid niet snel de overhand”, vertelt ZLTO-woordvoerder Mark de Jong, die zelf ook een flinke toename van het jakobskruiskruid in Zeeland signaleert. „In gebieden van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Zeeuws Landschap is dat anders. Daar staat het mooie gele bloemetje volop. Binnenkort krijgt het zaadpluizen die gaan rondstuiven. Die belanden overal in de weilanden en dan loopt het al snel uit de klauwen.” De Jong houdt zijn hart vast. „Boeren kunnen dan alleen maar bidden, want het maaibeheer van de bermen ligt niet in hun handen.”
Giftig
Jakobskruiskruid bloeit van juli tot oktober en is giftig voor mens en dier. De bloemen bevatten zelfs twee keer zoveel gif als de bladeren. Paarden, koeien en ander vee eten vaak niet van het plantje, omdat het bitter smaakt en ruikt, maar ze krijgen het wel in gedroogde vorm, via ruwvoer (hooi of kuil), binnen en kunnen zo ernstige leverschade oplopen. Symptomen zijn sloomheid, een verminderde eetlust en vermageren. Tegen het gif van het kruid is geen geneesmiddel. Dieren kunnen zelfs zo ziek worden dat ze eraan overlijden. Om hoeveel dieren het gaat is niet bekend.
Tekst: Ellen De Vriend
Journalist, eindredacteur van diverse kranten en auteur in Zeeland. Schrijft freelance voor het vakblad Stal en Akker bij Agrio.
Beeld: Ellen De Vriend