Regering presenteert waterschaderegeling voor getroffen boeren
De regering heeft haar voorwaarden bekend gemaakt van de watersnoodramp van juli. Agrarische bedrijven die onverzekerbare, onvermijdbare en niet verhaalbare schade hebben geleden door de grote wateroverlast in juli, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming bij: schade aan vaste en vlottende activa, teeltplanschade, veehouderijschade, opstartkosten, 65 procent van de kosten om op te ruimen of om ergere schade te voorkomen (bereddingskosten), evacuatiekosten van 100 procent (de minimale vergoeding bedraagt 901 euro ook als kosten lager zijn). Bedrijven betalen maximaal 6.014 euro aan eigen risico. Schade boven het bedrag van 17.183 euro wordt volledig vergoed. Voor schade onder dit bedrag geldt een tegemoetkoming van 65 procent.
Voorschot
Boeren kunnen als gevolg van het afstromend water en overstromingen te maken hebben met een negatieve kasstroom door schade aan hun gewassen. Daarom krijgen zij een extra mogelijkheid om tot 24 augustus het voorschot op subsidies uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aan te vragen.
Reactie LLTB
In een eerste reactie op de gepresenteerde regeling reageert de LLTB tevreden. LLTB-voorzitter Léon Faassen: „De regeling, die nog op goedkeuring vanuit Brussel wacht, biedt boeren en tuinders een goed perspectief op tegemoetkoming in de schade. Het kabinet heeft snel en adequaat gereageerd op de wateroverlast. Overstromingen hebben immers niet alleen een grote impact op de bedrijfsvoering, het kan ook een traumatische gebeurtenis zijn.”
LTO Nederland
Volgens Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland, onderkende het ministerie van LNV direct de ernst van de situatie en het belang van een goede schadetegemoetkoming. Van der Tak: „De onzekerheid waar mensen na een ramp in leven, moet zo snel mogelijk worden ingeperkt. De schaderegeling is daar een belangrijke stap in. Het is goed dat de hoofdlijnen nu bekend zijn. Snelle goedkeuring van alle details door de Europese Commissie is de volgende stap.”
Rampgebied
Op aandringen van LTO Nederland is het rampgebied dat onder de regeling valt, uitgebreid tot aan de Brabantse kant tot Boxmeer (linkeroever Maas) en aan de Limburgse kant tot Mook (rechteroever Maas). Het gebied is op deze kaart te zien. Volgens LTO hanteert de regeling een ruime definitie van wateroverlast: zowel overstroming als afstromend water als gevolg van extreme neerslag, zodat schade die redelijkerwijs niet te verzekeren viel, inderdaad onder de waterschaderegeling valt en ondernemers daarvoor dus in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de schade.
Niet alle leed
De LLTB weet dat de regeling niet alle schade, noch al het leed zal oplossen. Ze vindt het positief dat het gebied dat binnen de regeling valt, ruim is opgezet. Tegelijkertijd is het zeer teleurstellend als ondernemers (net) buiten het gebied vallen, terwijl de schade bij overstromingen, zoals deze wat de LTO betreft ook daar niet verwacht zou moeten worden. De vandaag gepubliceerde kaart biedt daar nog geen volledige duidelijkheid over. LTO brengt dit onder de aandacht bij de overheid en zegt zich te blijven inzetten voor de ondernemers die buiten de boot dreigen te vallen.
Uitvoering
Ook bij de verdere uitvoering van de regeling blijft LTO voor en achter de schermen betrokken. De ervaring leert namelijk dat de afhandeling met uitvoeringsinstanties, verzekeraars en anderen tijd en energie kost. Ook al is er sprake van goede wil, het afhandelingsproces verloopt niet altijd vlekkeloos.