Zorgen in grensregio's om verdubbeling wolvenschade in Duitsland
Duitsland telt dit jaar al 128 gevestigde roedels, dus wolven met nakomelingen. Daarnaast zijn er 39 paren (zonder jongen) geteld, en 9 individueel rondtrekkende wolven. Het aantal slachtoffers dat de wolven maken, is vorig jaar met 37 procent toegenomen tot bijna 4.000 gedode dieren.
„Sinds 2019 is het aantal verdubbeld, zo niet verviervoudigd”, verzucht Duives-Cahuzak. „We maken ons daar zeer veel zorgen om. Als vakgroep zijn we in allerlei wolvencommissies vertegenwoordigd.”
Veluwe
Op zoek naar een eigen territorium steken de adolescente wolven de grens over naar Nederland en België. „Zo'n wolf kan wel 50 kilometer afleggen in één nacht”, weet Duives. Gelderland heeft inmiddels diverse gevestigde wolven op en rond de Veluwe.
Binnen het Natuurpark de Hoge Veluwe heeft een wolf recent ook meerdere moeflons afgeslacht. „En als baron Van Voorst tot Voorst daar dan wat van zegt, staan de kranten er bol van en komt het zelfs op het NOS journaal”, foetert ze. „Maar een moeflon is ook een schaap, net zoals die van ons.”
Gelderland voortvarend
De provincie Gelderland heeft het wolvenpreventieplan zeer voortvarend opgepakt, complimenteert de vakgroepvoorzitster. „Maar de andere grensprovincies volgen dat voorbeeld helaas nog niet.” In Groningen, Friesland en Drenthe loopt ook één rondtrekkende wolf. In Friesland is men daarom al begonnen met de aanleg van een wolvenhek, om vee binnen het centraal-Friese weidegebied te beschermen.
Noord-Brabant heeft nog geen preventieplan opgemaakt, terwijl een rondtrekkende wolf op de Strabrechtse Heide alleen dit jaar al tegen de 80 schapen te grazen heeft genomen. Die wolf opereert ook in Noord-Limburg en steekt net zo makkelijk even de grens over naar de Belgische Kempen. Daar heeft 'Brabantse Billy' zoals de Belgen de schurk noemen, al twee koeien aangevallen. „Hij vreet ze aan terwijl de koeien nog leven. Boeren daar houden hun koeien binnen.”
Escalatieladder
In de wolvencommissies wordt nu gewerkt aan een 'escalatieladder', om te bepalen welke wolven 'braaf' zijn – degenen die alleen reeën, herten, fazanten en wilde zwijnen buit maken – en welke 'fout'. Dat zijn de sluipmoordenaars die té dicht bij woningen van mensen en boerderijen komen, die over en onder afrasteringen door gaan om kalveren, schapen en koeien pakken.
Als een wolf geklasseerd is volgens de escalatieladder, kun je daar beleid aan verbinden, legt Duives uit. Bij het stempel 'foute wolf' kan dan worden besloten om dat dier te vangen, te verplaatsen of eventueel af te schieten.
Daar gaat de beleidsdiscussie binnen de diverse wolvencommissies nu over, zegt Duives. In de commissies zetelen zowel vertegenwoordigers vanuit de agrarische sector, als mensen vanuit de diverse fauna- en natuurbeschermingsorganisaties.
Duives heeft het vermoeden dat de laatste categorie de besluitvorming het liefst zo lang mogelijk rekt. „Ze wekken in elk geval sterk de indruk er geen haast mee te hebben. Elke keer moet er dit nog beter worden uitgezocht, dat moet worden bekeken… Voordat zo'n wolvencommissie dan weer bij elkaar komt, ben je zó drie maanden verder. De Brabantse wolvencommissie komt pas eind september weer bij elkaar!”
En ondertussen kan de Strabrechtse schapenmoordenaar ongehinderd z'n gang gaan, wil ze maar zeggen.
Informatie delen
Een ander struikelblok is dat de informatie over waar de individueel rondtrekkende wolven zich bevinden, niet goed wordt doorgecommuniceerd. Duives: „De organisatie Wolven in Nederland houdt dat goed bij; die kunnen een wolf zien aankomen. Als schapenhouders dat op tijd weten, kunnen ze hun dieren tíjdelijk even binnen houden.”
Voor een of meer nachten is dat nog wel te doen, stelt ze. Maar voor de lange termijn is dat natuurlijk geen oplossing. Duives: „De wolf jaagt letterlijk de buitendieren de stal in. De samenleving ziet graag koeien buiten, en kalfjes bij de koe. Nou, dat gaat 'm zo niet worden. Als het zo doorgaat, staan over een paar jaar alle buitendieren op stal.”