Raad van State verwerpt alle inhoudelijke bezwaren tegen uitbreiding van mestverwerker Asten
In een einduitspraak keurt de hoogste bestuursrechter de door de provincie Noord-Brabant aan varkenshouder en mestverwerker Koolen-Jonkers verleende, en in juni 2021 nog verbeterde vergunning, geheel goed.
Daarmee is de uitbreiding van de mestverwerking tot 80.000 ton per jaar alsnog gelegaliseerd. Overigens werkt het bedrijf al twee jaar volgens de nu goedgekeurde vergunning. Verder regelt de nieuwe vergunning de aanleg van een calamiteitenbak, erfverharding en een nieuwe in- en uitrit op de Busselseweg.
In de einduitspraak stelt de hoogste bestuursrechter vast dat de provincie de vergunning in 2019 aanvankelijk op basis van een verkeerde versie van de Verordening Ruimte heeft verleend. Met het nieuwe vergunningsbesluit van 2021 is dat alsnog gerepareerd en voldoet de uitbreiding alsnog aan de recentere Interim Omgevingsvergunning.
Luchtwasser
Ook de bezwaren tegen de stankoverlast zijn van tafel. De Raad is het eens met de provincie dat de luchtwasser van Kovemi BV voldoende stank uit de lucht haalt. In de vergunning staat dat de luchtwasinstallatie een rendement van 75 procent heeft. Omwonenden en Mens Dier en Peel betwijfelen dat ten zeerste. De hoogste bestuursrechter wijst in de uitspraak op twee geurmetingen in 2018 en 2021. En daaruit blijkt dat de mestverwerker en varkenshouderij de maximale geurnorm niet overschrijdt.
Voor de tegenstanders betekent de uitspraak een fikse tegenvaller. Zij vinden dat de provincie nooit een vergunning hadden mogen verlenen voor de uitbreiding van de mestverwerking van 6.000 naar 80.000 ton per jaar. Immers, Noord-Brabant wil mestverwerkers in principe alleen nog maar op industrieterreinen hebben en niet meer bij veehouderijen in het buitengebied. In dit geval ziet de Raad er geen been in.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Agrio