Brabant en waterschap geven meer zekerheid over waterpeil Westelijke Langstraat

Beide overheidsinstanties hebben ambitieuze plannen met het natuurgebied. Ze hopen dat door de verhoging van het grondwaterpeil de flora en fauna in het gebied zich gaat herstellen. Niet iedereen is daar blij mee. Negen bezwaarmakers, waaronder verschillende boeren uit het gebied, stonden vrijdag bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter in Nederland, om hun protest te laten horen.

Peilbesluit herzien

Ze vrezen dat ze door de verhoging van het waterpeil hun boerenbedrijf niet meer kunnen uitoefenen. Volgens de provincie Noord-Brabant zal het in de meeste gevallen zo’n vaart niet lopen. Als de gronden die een agrarische functie hebben, in de toekomst onverhoopt te nat worden, zal het waterpeil minder verhoogd worden. „De agrarische functie zal behouden blijven”, verzekerde de woordvoerster van de provincie. „Als het grondgebruik niet voortgezet kan worden, dan zal het peilbesluit herzien worden”, liet de zegsman van Brabantse Delta weten. Boerenbedrijven krijgen bovendien een instemmingsrecht als het waterpeil omhoog gaat, voegde de provincie daaraan toe. Sowieso kunnen ze aanspraak maken op financiële compensatie.

Volgens de woordvoerster van de provincie zullen in de eerste fase van het natuurherstelplan agrariërs nog niets merken. Het waterpeil gaat in de komende jaren alleen omhoog op gronden die alleen een natuurfunctie hebben.

Onteigening

Overigens biedt de verduidelijking die de provincie en het waterschap vrijdag boden niet voor alle ondernemers in het gebied soelaas. Voor een melkveebedrijf in Sprang-Capelle blijft er toch te weinig land over om het bedrijf voort te kunnen zetten. De provincie wil haar gronden onteigenen omdat die 'cruciaal' zijn om de natuurplannen door te zetten. Het bedrijf verzet zich tegen de onteigening. Volgens de advocaat van de familie is de provincie 'in de mist gegaan' met het wegen van de belangen van de boeren in het gebied. „Men heeft een foute benadering gekozen.” Nut en noodzaak van de natuurplannen zouden niet aangetoond zijn.

Uitspraak over ongeveer zes weken.