Schouten: 'Voeren onrijpe maïs niet onverantwoord'
Schouten geeft aan dat ze informatie heeft ingewonnen over het voeren van onrijpe maïs bij de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM).
Pensbuffers
'Uit het advies van de CDM volgt dat het voeren van onrijpe maïs an sich kan leiden tot pensverzuring bij de koeien en zo een nadelig effect kan hebben op de pensflora', schrijft Schouten. 'De CDM wijst erop dat dit gecompenseerd kan worden door meer structuurrijk voer (stro en graskuil) te voeren of pensbuffers, zoals bijvoorbeeld natriumcarbonaat, te gebruiken. Ik ben dan ook niet van mening dat het voeren van niet rijpe mais onverantwoord zou zijn uit oogpunt van dierenwelzijn.'
Schouten gaf boeren met maïs op zand- en lössgronden op het allerlaatste moment uitstel. Op 30 september kwam het bericht van het ministerie van LNV dat er uitstel kwam, van 1 oktober naar 31 oktober. Schouten ging in tegen het advies in van de Technische Bodem Commissie en de CDM. Sectorpartijen en de BoerBurgerBeweging hadden om de uitstel gevraagd. Door het koude voorjaar was het maïs later opgang gekomen na inzaaien en daardoor vorige maand nog niet oogstrijp.
Nitraatrichtlijn
Schouten laat via de beantwoording van de Kamervragen weten voorlopig niet af te willen van de datum van 1 oktober. 'Uitstel betekent niet dat het inzaaien van vanggewassen per uiterlijk 1 oktober ten algemene niet mogelijk of gewenst zou zijn. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat hoe eerder het vanggewas wordt ingezaaid, hoe effectiever het is voor de opvang van stikstof. Hierdoor neemt het risico op nitraatuitspoeling naar het grondwater af. Dat is een belangrijke overweging geweest om in het ontwerp 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn een datum van 1 oktober voor te stellen voor de inzaai van een vanggewas.'
Van der Plas wijst er in haar vragen op dat het voeren van onrijpe maïs kan leiden tot meer methaanemissie vanuit de veehouderij. De Wageningen Universiteit zou dat hebben onderzocht. Schouten: 'Uit het advies van de CDM volgt, net zoals uit het in de vraag aangehaalde onderzoek, dat het gebruik van onrijpe snijmaïs in het rantsoen kan leiden tot meer methaanemissie. Echter, de CDM wijst ook op mogelijk mitigerende effecten van de samenstelling van het mengvoer. De extra methaanemissie kan dus in de praktijk lager zijn dan is vastgesteld in het in de vraag aangehaalde onderzoek.'