‘Als een mer nodig is voor Osse mestfabriek, dan stop ik er mee’
Woensdag voerde hij met zijn bedrijf Osse Overslag Centrale (OOC Terminals) en MACE bij de Raad van State een rechtszaak tegen de provincie Noord-Brabant. Die eist dat er eerst een milieueffectrapportage (mer) komt. Anders wordt de vergunningsaanvraag voor de fabriek waar jaarlijks 500.000 ton varkensmest kan worden verwerkt niet in behandeling genomen. De Raad van State moet gaan uitmaken of de provincie terecht de eis van een mer stelt.
De druppel
Misschien was het grootspraak van Nooijen, maar de eis van een mer lijkt voor hem de druppel. Sinds een paar jaar is hij betrokken bij de boerencoöperatie MACE die de mestfabriek steeds maar niet van de grond kreeg. „Weer een procedure in met adviseurs en rapporten. Terwijl we aan de strengste vergunningsvoorschriften moeten voldoen. Als er een mer moet komen, dan stop ik ermee”, zei hij. MACE-voorzitter Frans Meulenmeester was niet minder uitgesproken. Die jarenlange procedures hebben al een miljoen euro gekost, zei hij tegen de rechter. Volgens hem was er heel wat ammoniak uitgespaard als de 160 aangesloten veehouders hun mest al hadden kunnen leveren aan de vergassingsinstallatie annex mestkorrelfabriek.
Vergassen van houtchips
De fabriek is echter omstreden. Er is veel verzet en de gemeente Oss ging ervoor liggen. Tot aan de Raad van State is er geprocedeerd door de overheden. De provincie Noord-Brabant won uiteindelijk waarna MACE en OOC aan de gang dachten te kunnen. Maar Gedeputeerde Staten willen een mer zien, zo liet de provincie vorig jaar weten. Dat heeft te maken met het vergassen van houtchips waarvan de provincie niet weet waar die vandaan komen. Mogelijk van Staatsbosbeheer, zegt Nooijen. De provincie wil van tevoren zeker weten dat het om onbewerkt A-hout gaat. „Wij kunnen ons niet vastleggen omdat de fabriek er nog lang niet staat. We hebben nog een hele weg te gaan. Er moet nog een vergunning komen en er moet nog gebouwd worden”, zei Nooijen.
Verbranden of verhitten?
Een tweede reden waarom de provincie een mer wil is het bedrijfsproces. Volgens GS gaat het om verbranding waarbij broeikasgassen vrijkomen maar volgens OOC en MACE gaat het om verhitten en vergassen waar geen vlammen bij komen kijken. Een derde onzekerheid volgens de provincie is de uitstoot van stikstof. „0,11 mol op de Rijntakken en 0,07 mol op de Veluwe”, zei advocaat Joost de Rooij namens de initiatiefnemers. De provincie heeft er twijfels over. Een mer verschaft duidelijkheid over de stikstofuitstoot, zegt het provinciebestuur. „Wij zitten hier alleen maar zodat de provincie straks kan zeggen dat ze er alles aan gedaan hebben”, besloot Nooijen.
Uitspraak van de Raad van State volgt.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Google Maps