Column: Gebiedsgerichte aanpak
De gebiedsgerichte aanpak is het toverwoord wat hierbij veelvuldig genoemd wordt. Ik denk ook dat je de problemen die er zijn alleen maar gebiedsgericht op kunt lossen. Omdat de verschillen per gebied gewoon te groot zijn om dit via algemene maatregelen te doen. Een woord wat ik dan vaak mis is integraal.
Randvoorwaarden
We moeten gebiedsgericht én integraal aan de slag met stikstof, water, klimaat, natuur en biodiversiteit. Als we niet integraal naar de problemen kijken missen we kansen en lopen we het risico dat we één probleem oplossen en later tegen nog drie andere problemen aan lopen. Wat ook nog een voorwaarde is voor het slagen van de gebiedsgerichte aanpak is dat er duidelijke en harde doelen vastgesteld moeten worden om deze vervolgens te realiseren. Ten slotte moeten ook de beschikbare instrumenten en het beschikbare budget helder zijn. Op basis van deze randvoorwaarden denk ik dat de gebiedsgerichte aanpak ook ons als boeren verder kan helpen.
Ik verbaas me dan ook wel als ik negatieve reacties vanuit onze sector lees over de gebiedsgerichte aanpak. We vragen altijd om maatwerk, hebben weinig vertrouwen in de landelijke overheid, vinden dat de beleidsmakers te ver van de praktijk afstaan, vinden onze eigen positie vaak uniek, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik zou dan ook verwachten dat je op basis hiervan enthousiast wordt van een gebiedsgerichte benadering.
Angst
Juist bij zo’n gebiedsgerichte benadering kun je maatwerk leveren, wordt beleid en praktijk heel dicht bij elkaar gebracht en kun je uitzonderingen maken als dit meerwaarde heeft. Maar dit proces staat of valt natuurlijk met vertrouwen, en daar zal dan ook wel de grootste angst zitten is mijn gevoel. Er lijkt een beeld te ontstaan dat bij een gebiedsproces iedereen aan tafel mag meepraten en meebeslissen. Dat roept dan weer het beeld op dat we als landbouw maar weinig in te brengen hebben, en maar moeten doen wat anderen ons voorschotelen.
Dat probleem is eigenlijk best simpel te ondervangen. Als het gaat over de wensen en verplichtingen die er zijn voor een gebied moeten inderdaad zoveel mogelijk belanghebbenden meedenken en meepraten. Maar als het gaat over hoe je die wensen en verplichtingen gaat realiseren moet dat gesprek toch echt gevoerd worden tussen de partijen die ook direct bij de uitvoering betrokken zijn. Dat maakt het speelveld een stuk overzichtelijker, waarbij we als landbouw en grootste beheerder van het landelijk gebied een grote rol te spelen hebben.
Mijn buurman
Van de beide ministers die dit moeten gaan uitvoeren ken ik Christianne van der Wal niet, maar haar collega des te beter. Tot 1 oktober waren Henk Staghouwer en ik buren. Bovendien ken ik Henk natuurlijk ook goed in zijn functie als gedeputeerde van landbouw in Groningen. Zo zaten we bijvoorbeeld samen in de Gebiedscommisie Zuidelijk Westerkwartier, een gebiedsproces zouden we dat nu noemen. Doel van deze gebiedscommissie is het realiseren van extra waterberging in combinatie met natuur. Dat deze ontwikkeling ook moet bijdragen aan de versterking van de agrarische sector staat mooi verwoord in de opdracht.
Discussie
In dit proces wordt er heel veel geruild en geschoven met grond, waarbij de provincie, in dit geval de gedeputeerde landbouw, Henk Staghouwer, de gebiedscommissie de ruimte heeft gegeven om buiten de lijntjes te kleuren. Met andere woorden, al eerder vastgestelde grenzen tussen natuur en landbouw mochten ter discussie gesteld worden als dat leidde tot een beter resultaat. Op deze manier is er nieuwe natuur bijgekomen, bestaande natuur ontgrenst en is iedereen er netto op vooruit gegaan. Nu Henk minister is geworden hoop ik dat hij de praktische benadering die hij hier heeft laten zien door weet te zetten in Den Haag. Deze insteek is namelijk essentieel voor het laten slagen van de gebiedsgerichte aanpak.