Waterschap Limburg diep door het stof in bestuursaffaire Frenken
In november 2021 stapte akkerbouwer Har Frenken uit Neer op als dagelijks bestuurslid bij het WL. Een integriteitsonderzoek dat naar het bestuurslid uit Neer werd uitgevoerd en een integriteitsmelding die hij zelf deed tegen voorzitter en dijkgraaf Patrick van der Broeck, zorgden uiteindelijk voor een onmogelijke samenwerking binnen het dagelijks bestuur (DB) van WL.
Grondaankoop
De aankoop van een landbouwperceel van zeven hectare, in het kader van een landinrichtingsproject door de echtgenote van Frenken in voorjaar 2021 zorgde voor een onwerkbare situatie in het DB van WL. Reden was dat achteraf duidelijk werd dat het WL in alle stilte ook haar oog op dit perceel had laten vallen. In een verklaring aan het AB stelde Frenken in november 2021 dat hij vóór de aankoop had onderzocht of hij met de aankoop het WL niet in de wielen zou rijden. WL had geen interesse, luidde het antwoord. In diezelfde periode adviseerde Frenken dijkgraaf Patrick van der Broeck om het opdrachtgeverschap met betrekking tot het Loobeek-onderzoek niet op zich te nemen. Frenken wees Van der Broeck op het feit dat hij zowel als wethouder als gedeputeerde was betrokken bij de grondtransacties met de familie Loonen in het Loobeekdal in Venray. Dit zou kunnen leiden tot belangenverstrengeling, waarschuwde Frenken. De dijkgraaf legde deze waarschuwing naast zich neer.
Onderzoek
Om meer duidelijkheid te krijgen over de ontstane situatie en de aantijgingen nam het AB het bureau Governance & Integrity Nederland in de arm. Frans Geraedts van dit onderzoeksbureau constateert in zijn verslag dat Har Frenken op drie punten niet fatsoenlijk is behandeld. Zo had Frenken goede redenen om de dijkgraaf te adviseren het opdrachtgeverschap met betrekking tot het Loobeek-onderzoek niet op zich te nemen. Zijn ‘gelijk’ is echter niet erkend en gewaardeerd, zelfs niet achteraf. Over de grondaankoop is Geraedts ook heel duidelijk: „De eerste en meest belangrijke conclusie had moeten zijn dat het onderzoek naar deze grondtransactie geen enkele aanwijzing had opgeleverd dat Frenken zijn positie zou hebben misbruikt. Wat volgens Geraedts Frenken wel kan worden aangerekend is dat hij onvoldoende heeft gedaan om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Een gebrekkige integriteit-infrastructuur bij WL is in dat kader een reden voor een verminderde verwijtbaarheid. Geraedts onderstreept dat Frenken uitgebreid de gelegenheid had moeten krijgen om ten overstaan van het AB zijn visie op het grond onderzoek en de conclusies te verwoorden. Frenken heeft daarvoor echter geen ruimte gekregen. Met betrekking tot het Loobeek-onderzoek is Geraedts het met Frenken eens dat dijkgraaf Van de Broeck er verstandig aan had gedaan om het opdrachtgeverschap van dit onderzoek bij een ander DB-lid neer te leggen.
Verontschuldigen
Op basis van zijn onderzoek adviseert Geraedts het AB om zich publiekelijk bij Frenken voor de drie onvolkomenheden te verontschuldigen. Het AB heeft dit advies overgenomen. In een brief aan Frenken schrijft het AB dat ze het betreurt dat de hele situatie een enorme impact heeft gehad op Frenken en zijn gezin. „Wij hebben op onderdelen onvolkomen gehandeld. Daarvoor bieden wij onze oprechte excuses aan.” Het AB erkent ook dat Frenken goede redenen had om de dijkgraaf te adviseren het opdrachtgeverschap met betrekking tot het Loobeek-onderzoek niet op zich te nemen. „Dat ‘gelijk’ is niet erkend en gewaardeerd - ook niet achteraf. Daarvoor bieden wij onze excuses aan” volgens het AB in de brief. Ze verontschuldigt zich verder voor de ongelukkige formulering van de hoofdconclusie in het integriteitsonderzoek naar de bewust grondtransactie. „De eerste en meest belangrijke conclusie had moeten zijn dat het onderzoek geen enkele aanwijzing had opgeleverd dat u uw positie misbruikt heeft.” Ook vindt het AB dat Frenken uitgebreid de gelegenheid had moeten krijgen om ten overstaan van het AB zijn visie op het grondonderzoek en de conclusies te verwoorden. „Een bestuurder en politiek ambtsdrager moet zich altijd kunnen verantwoorden ten overstaan van het algemeen bestuur. Dat hebben we onvoldoende onderkend.” Het AB zegt lering te trekken uit deze kwestie. Zo wil ze een meer samenhangend en professioneel integriteitssysteem ontwikkelen voor het waterschap en het waterschapsbedrijf.
Ondertekening
Opvallend is dat de conceptbrief aan Har Frenken mede is ondertekend door Dijkgraaf Patrick van der Broeck, maar de uiteindelijke versie door bestuurslid Remy Sleijpen als plaatsvervangend dijkgraaf.