Zeeland vraagt stikstofminister om hulp bij terugdringen ammoniakuitstoot Yara
Daarom schrijven de gedeputeerden Jo-Annes de Bat (duurzaamheid) en Anita Pijpelink (natuur en stikstof) een brief aan de minister, met de vraag wat de snelste mogelijkheden zijn tot het verkrijgen van subsidie.
Krappe planning
Want als het Yara lukt de ammoniakuitstoot te verminderen, heeft dat positieve effecten op natuurgebieden zoals de Brabantse Wal en de Veluwe denken de provinciale bestuurders. 'De planning voor het verkrijgen van subsidie is krap waardoor er op korte termijn duidelijkheid dient te komen over de mogelijkheden daarvan', schrijven de gedeputeerden.
Met name één project van Yara wordt erg kansrijk geacht. 'Eerste berekeningen laten zien dat met het implementeren van een nieuwe technologie een forse structurele depositiereductie behaald kan worden van enkele tientallen molen/ha./jr. op de Natura 2000-gebieden die zich binnen een straal van 25 kilometer bevinden.'
Positieve effecten
Ook buiten deze straal is sprake van een aanzienlijke reductie. Zeeland: 'Het is echter niet mogelijk om de omvang hiervan met het rekenmodel Aerius te berekenen, doordat deze het effectgebied afkapt op 25 kilometer. Maar dat het project ook een positief effect heeft op de stikstofdeken, ver in Nederland, is wel duidelijk. Daarmee zal ook sprake zijn van een (flink) positieve effecten op een gebied zoals de Brabantse Wal en zelfs, zei het in mindere mate, op de Veluwe.'
De nieuwe technologie, genaamd WESP-technologie, is erg kostbaar en Yara verwacht het investeringsbedrag niet snel terug te verdienen. 'Er is geen sluitende businesscase. Dat betekent dat het project niet uitgevoerd gaat worden als er geen externe financiële middelen beschikbaar komen. Hiervoor wil men een beroep doen op financiële middelen die het Rijk in dit verband beschikbaar heeft gesteld en voornemens is nog beschikbaar te stellen op basis van het coalitieakkoord.'
Er zit echter haast achter. 'Vanwege de omvang en complexiteit van het WESP-project dient dit uitgevoerd te worden tijdens een geplande groot onderhoudsstop. De eerstvolgende vindt plaats in 2024. In verband met de technische en financiële voorbereiding die dit vraagt vindt medio dit jaar besluitvorming plaats over de maatregelen die tijdens die stop worden uitgevoerd. Dat betekent dat er op dat moment ook een besluit genomen wordt over het al dan niet implementeren van de WESP-technologie.'
Bijzondere rol
Vandaar de vraag van de provincie Zeeland aan minister Van der Wal om er werk van te maken. De provincie heeft verder geen rol en kan alleen een verzoek doen via de brief. Zeeland benadrukt de door de ligging 'bijzondere positie' in het stikstofvraagstuk. 'De depositie vanuit het buitenland en de (zee)scheepvaart is in Zeeland groter dan de bijdrage van de landbouwsector. Ook is er sprake van een aanzienlijke meetcorrectie (voorheen: ammoniak van zee). Dat heeft tot gevolg dat de mogelijkheden om als provincie zelf (in)direct maatregelen te kunnen nemen beperkt dan wel niet erg (kosten)effectief zijn.'