Het Groenboerenplan moet écht perspectief bieden aan landbouwsector
„Boeren zijn ondernemers. Dus als er duidelijk perspectief is gaan ze echt wel schakelen.” Dat zegt Arie van den Berg, zelf melkveehouder en bestuurslid van Biohuis (de belangenbehartiger voor de biologische sector). En dat perspectief is niet dat alle boeren biologisch moeten worden. „Op dit moment is er nog te weinig vraag naar biologische producten. Vandaar dat we ook aanbevelen dat de overheid ervoor moet zorgen dat duurzame voeding meer aandacht krijgt. Daarbij kan duurzaam boeren alleen als er een eerlijke prijs wordt betaald voor de producten.”
Betere prijs
In het plan staat dat boeren die duurzaam werken een hogere prijs voor hun producten moeten krijgen. Dat zou volgens de opstellers van het plan ook kunnen door het aanpassen van de btw-tarieven waardoor de winstmarge groter wordt. Daarnaast adviseert het groenboerenplan om kringlopen te sluiten, minder kunstmest te gebruiken en een stikstof-, klimaat- en watervraagstukken tegelijk aan te pakken.
In het plan wordt niet gesproken over innovatie. Van den Berg: „Innoveren moet je altijd blijven doen, maar als biologsche sector kijken we anders naar innoveren. Innoveren kan ook zijn dat je je bedrijf extensiver gaat inrichten. We hebben dat verder niet meegenomen in onze adviezen.”
Snappen wat perspectief is
Woensdagmiddag presenteren de boeren hun Groenboerenplan aan minister Henk Staghouwer en minister Christianne van der Wal. „We hopen dat ze gaan snappen wat het betekent om perspectief te bieden aan alle boeren van Nederland.”
Het plan is ondertekend door Biohuis, Caring Farmers, Federatie van Agro-ecologische Boeren (BD-Vereniging, Bio-Tuinders Vereniging, Bio-Vegan Netwerk, CSA Netwerk Nederland, Vereniging Toekomstboeren), Herenboeren Nederland en wordt ondersteund door Bionext, Land & Co, Louis Bolk Instituut, Stichting Aardpeer, Stichting BD-Grondbeheer, Stichting Demeter, Burgercoöperatie Land van Ons, Stichting Lenteland, Stichting Warmonderhof, Transitiecoalitie Voedsel en Triodos Bank.
Lees alle punten uit het Groenboerenplan in het kader hieronder.
Groenboerenplan: 10 Aanbevelingen voor een nieuw perspectief voor boeren en tuinders
1) Duurzaam boeren kan alleen als er een eerlijke prijs wordt betaald.
Zorg daarom voor belasting op niet duurzaam geproduceerd voedsel voor de externe kosten die het met zich meebrengen en maak daardoor duurzaam geproduceerde producten relatief goedkoper. Een mix van heffingen op ongewenste externe effecten, differentiatie met BTW en betalingen voor maatschappelijke diensten is een randvoorwaarde om te zorgen dat duurzaamheid loont. Hier draagt de gehele keten een grote verantwoordelijkheid. Als de prijzen worden gecorrigeerd naar de daadwerkelijke kosten, zal iedere consument graag voor de duurzame (biologische) producten kiezen. Ook fiscale maatregelen die nu veelal gericht zijn op investeringen in schaalvergroting en productieverhoging moeten worden omgebogen om de gecombineerde maatschappelijke opgaves te realiseren.
2) Richt je met beprijzen en wetgeving op bronmaatregelen.
Een grote groep boeren laat zien dat dierwaardige landbouw zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen en geen of beperkte import van veevoer prima mogelijk is. Ook reductie van stikstof begint bij het terugdringen van import van veevoer en toepassing van stikstof-kunstmest. Technologie kan behulpzaam zijn in de landbouw, maar moet dienend zijn aan systeemoplossingen en dierenwelzijn. De beloftes voor inzet van nieuwe technologie zijn vaak sterk gekleurd vanuit de financiële belangen van de leveranciers en kredietverstrekkers. De noodzakelijke omslag van ons voedselsysteem zal onvermijdelijk ook een verschuiving betekenen van het verdienmodel van toeleveranciers en afnemers, naar een verdienmodel voor de boer en zijn omgeving.
3) Streef naar een grondgebonden landbouw en sluit de kringloop in de vorm van volledig plantaardige of gemengde bedrijven of koppelbedrijven die mest en voer uitwisselen.
Daarnaast is er ruimte voor een sterk gereduceerde varkens- en pluimveesector die vooral vanuit reststromen worden gevoerd en waar dieren op een dierwaardige manier worden gehouden. Laat grote, intensieve veebedrijven met weinig of geen grond, die vaak de grootste piekbelasters zijn, als eerste in aanmerking komen voor uitkoop. Bij het sluiten van de kringloop hoort onderzoek naar het terugbrengen van humane mest in de kringloop en het voorkomen van voedselverspilling.
4) Zorg voor maatwerk en duidelijkheid met oog voor de boeren die deel van de oplossing zijn.
Geef boeren die willen stoppen een passende vergoeding voor hun bedrijf. Maar borg als overheid dat die gronden, al dan niet als landschapsgrond, beschikbaar komen voor boeren, ook eerste generatie boeren, die de gecombineerde maatschappelijke opgaves dienen. Boeren die vanwege hun bedrijfsmodel niet of nauwelijks bijdragen aan de problemen en juist inhoud geven aan het perspectief moeten - in lijn met de recentelijk aangenomen motie in de Tweede Kamer hierover - zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen dat ze door kunnen met hun bedrijf. Dat biedt ook perspectief voor nieuwe boeren en boeren die de omslag nog gaan maken.
5) Zorg voor ondersteuning voor iedere boer die zich verder wil ontwikkelen op het pad van verduurzaming.
Zowel op teelttechnisch als bedrijfseconomisch- en sociaal-psychologisch vlak. Geef daarbij ook duidelijke richtlijnen over de tijdshorizon voor verandering en zorg voor onafhankelijk advies. Hiervoor zijn relevante voorstellen uitgewerkt door Boerenperspectief en de Plaatsen. Benut en waardeer daarbij de kennis en ervaring van boeren die verschillende vormen van kringlooplandbouw al hebben ontwikkeld of hiermee experimenteren. Stimuleer en erken collegiale toetsing. Een waardevolle, stimulerende en ook bindende vorm voor de ontwikkeling van een boerenbedrijf. Gebruik deze methode als waardevol alternatief voor externe controleurs die straks de scores op de KPI’s gaan turven.
6) Zorg voor voorlichting over duurzame voeding, leg reclame voor ongezonde voeding aan banden en geef als overheid het goede voorbeeld met inkoopbeleid.
Zorg voor een stimuleringsbeleid om het aandeel biologisch, plantaardig en duurzaam lokaal voedsel in het bestedingspatroon van burgers fors te verhogen in lijn met de Europese Farm to Fork strategie. En stimuleer een gezond voedselpatroon, ook door reclame voor ongezonde voeding aan banden te leggen. Wees alert op greenwashing met nieuwe termen die niet vanuit ofwel een directe boer en burger verbinding komen ofwel middels onafhankelijke keurmerken worden geborgd. Geef als overheid als ‘launching costumer’ het goede voorbeeld met een duurzaam inkoopbeleid voor overheidsinstellingen en met subsidies ondersteunde partijen. Zo draagt de overheid direct bij aan het creëren van een substantiële markt voor deze producten.
7) Versterk de positie van de boer in de korte keten.
Investeer in gezamenlijke klimaatneutrale regionale transportsystemen, in transparantie over de mate van duurzaamheid van de lokale boeren en producenten en ondersteun effectieve (digitale) verkoopkanalen. Zorg in de eerste ontwikkelfase voor afstemming van vraag en aanbod voor lokale producten door regie te voeren per gebied. Als de boer een serieus alternatief verkoopkanaal heeft versterkt dit zijn of haar relatie tot de andere ketenpartijen zoals supermarkten.
8) Grondbeleid moet ten dienste staan van duurzame landbouw.
Extensieve landbouw kan niet tot bloei komen zonder toegang tot betaalbare grond. De grondprijzen zijn extreem hoog. Zorg met fiscaal aantrekkelijke instrumenten voor investeringen in landbouwgrond door bijvoorbeeld gespecialiseerde grondbanken of pensioenfondsen, op voorwaarde dat deze gronden voor reële vergoeding langjarig worden verpacht aan boeren die aantoonbaar rekening houden met de natuur. Dit geeft ruimte aan een nieuwe generatie boeren die als gevolg van de huidige grondprijzen onmogelijk een duurzaam bedrijfsmodel kunnen realiseren. Herzie hiervoor ook de pachtwet, zodat deze dienend wordt aan de lange termijn opgaves en uitputting van bodems middels kortlopende pacht wordt voorkomen.
9) Veranker de principes van natuur-inclusief boeren in het agrarisch onderwijs en betrek boeren bij het onderzoek naar de transitie.
Het agrarisch onderwijs zal als vertrekpunt moeten nemen hoe je als toekomstige boer klimaatneutraal en dierwaardig kan boeren op basis van de ecologische draagkracht van de omgeving. Daarnaast is er behoefte aan participatief onderzoek naar vormen van agro-ecologische, biologische en natuurinclusieve bedrijfsvoering. Het huidige model van ‘topsectoren’ onderzoek, waarbij een groot aandeel aan private financiering wordt vereist, leidt tot eenzijdig onderzoek met bestaande commerciële belangen. Onderzoek naar nieuwe vormen van waardencreatie komt zo niet tot stand. Financier maatschappelijk relevant onderzoek en betaal de deelnemende boeren die hun kennis en ervaringen willen delen.
10) Zorg voor rechtvaardige, passende en stimulerende wet- en regelgeving.
De huidige wet- en regelgeving is vooral gericht op een industriële landbouw en de voedingsmiddelenindustrie. Het heeft geleid tot hinderende wetgeving en subsidieprogramma’s die niet aansluiten, vrijwel onhaalbare vereisten voor de omgang met vee en onnodige administratieve lasten voor kleinschalig werkende boeren en boeren met gemengde bedrijven. Zorg daarom voor een ander wetgevend kader gebaseerd op vertrouwen en passend beleid voor duurzame boeren en geef zo ruimte voor een natuurvriendelijke werkwijze. Maak het daarmee ook aantrekkelijk voor andere boeren om naar deze vorm van landbouw over te stappen. Wees qua beleid consequent op nationaal, Europees en mondiaal niveau. Pleit voor gelijkwaardige criteria voor import en het sluiten van de Europese grenzen voor producten die niet aan onze eigen standaarden voldoen. Pas die criteria ook toe bij projecten in derde landen.