Van der Wal grotendeels eens met TNO-advies
In de notitie omschrijft TNO vier ‘bouwstenen’. In haar brief geeft de minister per bouwsteen een reactie.
Als eerste stelde TNO dat de gebieden in een ring van een tot twee kilometer rondom Natura 2000 heringericht moeten worden, aan de hand van zeer lage emissiebudgetten. Die noodzaak onderkent Van der Wal, en het is al een onderdeel van het kabinetsbeleid. ‘Dit is een effectieve manier om de overbelasting van de natuur te verminderen waar het de meeste impact heeft.’ Het TNO-advies om de emissiebronnen in die gebieden in kaart te brengen vindt ze nuttig.
Emissiebudgetten
Een tweede bouwsteen van TNO was het instellen en handhaven van ‘haalbare emissiebudgetten’ verder van Natura 2000-gebieden. Omdat emissies van ammoniak en stikstofoxiden niet volledig uitwisselbaar zijn, stelt TNO voor om aparte emissiebudgetten voor die twee stoffen te hanteren. Maar Van der Wal zegt dat dat niet zomaar kan; er moet een robuuste, wetenschappelijk onderbouwde methode worden ontwikkeld om die twee stoffen administratief te scheiden.
Ze wijst er wel op dat het kabinetsbeleid al rekening houdt met de verschillen tussen de twee stoffen, door de reductie van ammoniak gebiedsgericht aan te pakken en die van stikstofoxiden via landelijk beleid.
Uitkijken voor lock-in
Als die emissiebudgetten er zijn, zegt TNO, dan kun je emissies verminderen door die budgetten stapsgewijs te verlagen. Als dat langzaam en voorspelbaar gebeurt, kunnen bedrijven hierop sturen met managementmaatregelen en met nieuwe technologieën. Van der Wal ziet de voordelen van nieuwe technologieën, maar wijst op het risico van kostbare lock-ins. De landbouw krijgt ook te maken met onder andere de klimaat- en wateropgaven, en als een bedrijf te eenzijdig investeert in nieuwe technologie voor oplossing van het stikstofprobleem alleen, dan loopt het het risico dat die investeringen niet kunnen worden terugverdiend vanwege die andere opgaven. Het kabinet wil daarom een meer integrale oplossing, waarin alle nog te voorziene problemen worden meegenomen.
Bedrijfsspecifiek meten
Tenslotte pleit TNO voor een beter meet- en modelinstrumentarium. Daar is Van der Wal ook een voorstander van, vooral als dat ertoe leidt dat een boer op bedrijfsniveau zijn emissies kan zien. „Dat geeft feedback hoe hij/zij het management op het bedrijf kan verbeteren“, schrijft de minister. Ze is bezig om een programma op te zetten om ‘de toepassing van bedrijfsspecifiek meten verder te verkennen’; de aanbevelingen van TNO kunnen daar volgens haar aan bijdragen.