Column: Remkes vergeet juridische basis stikstofprobleem
Johan Remkes startte zijn persconferentie afgelopen woensdag steengoed. Ik zat in de auto en hoorde via Radio 1 zijn gedragen zware stem als die van een groot staatsman binnenkomen. Remkes was geschrokken van de oprechte wanhoop die in de ogen van redelijke mensen te zien was. Dat daar heftige emoties uit volgen, begrijpt hij heel goed. „Er is geen boer die niet om de natuur geeft, dat wordt in discussies te vaak vergeten. Boeren hebben nu het gevoel dat ze in het verdomhoekje zitten alsof alles hun schuld is.” Ook haalde Remkes aan dat boeren de afgelopen jaren te maken hadden met zwalkend en soms falend beleid. Daarmee deelde hij een forse mentale tik uit aan het kabinet.
Zorg om mensen
Sterk vond ik ook zijn reflectie over het bredere sentiment. „Zeker op het platteland wordt ervaren dat men op veel onderwerpen moet opdraaien voor opvattingen en culturele onderstromen die in stedelijke gebied leven. De manier waarop in politiek, media en culturele voorhoede gesproken wordt over het platteland en de daar levende opvattingen, is voor veel mensen een steen des aanstoots.” Het zijn woorden die je eigenlijk vanuit de regering hoopt te horen, omdat er zorg om mensen in doorklinkt en een daarbij horende verplichting er iets aan te doen. Misschien gaat dat nog komen, maar het was in ieder geval belangrijk dat zoiets een keer breeduit gemeten door iemand met aanzien werd uitgesproken.
Piekbelasters
Na deze hart onder de riem voor boeren en andere plattelanders kwamen zijn aanbevelingen en stond iedereen weer met beide benen op de grond. Het hele rapport 'Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief' ademt aanbevelingen die gestoeld zijn op een soort van politiek compromis tussen alle partijen en mensen waar Remkes mee sprak. Hij was dan ook gepromoveerd van gespreksleider tot een soort verlosser om de volledig vastgelopen communicatie over het stikstofbeleid vlot te trekken. Als politicus kom je dan dus logischerwijs ook met politieke oplossingen. En omdat er vanuit het kabinet en andere economische sectoren druk is om vergunningverlening weer snel op gang te brengen, toverde Remkes een flinke aanscherping in het beleid uit zijn hoed: binnen een jaar moeten 500 tot 600 piekbelasters hun emissies beëindigen. Hoe maakt Remkes niet veel uit: vrijwillig stoppen, verplaatsen, sterk reduceren, andere bedrijfsvoering, gedwongen beeindiging.
Wens Van der Wal
Hij schrijft daarbij dat het om agrarische en industriële piekbelasters zou moeten gaan. Door vervolgens te verwijzen naar 1 procent van de agrarische bedrijven doelt hij enkel op piekbelasters in de landbouw. Andere sectoren blijven voor de korte termijn nog buiten schot, omdat Remkes daarvoor het advies heeft om ‘beleid te gaan ontwikkelen’. Waarom het 500 tot 600 piekbelasters moeten zijn motiveert Remkes doordat hij het heeft opgevraagd bij het Ministerie van LNV. Daarmee gaat de wens van minister Christianne van der Wal in vervulling. Zij vond de Vlaamse stikstofaanpak inspirerend, omdat daar een vergelijkbare maatregel werd ingesteld. Hoe de overheid dat gaat doen, maakt Remkes niet zoveel uit, zolang de emissie maar verdwijnt of sterk gereduceerd wordt.
PAS-melders
Remkes motiveert deze korte termijn-aanpak door te stellen dat er PAS-melders en interimmers mee vergund kunnen worden met voorrang op bouwprojecten. Dat is nog maar zeer de vraag, want dat is juridisch complex. Net zoals zijn aanbeveling om de nationale stikstofbank te versterken om ingenomen stikstofruimte niet verloren te laten gaan. De rechter heeft inmiddels gehakt gemaakt van die stikstofbank, omdat een generieke maatregel om 100 km per uur te gaan rijden niet gebruikt mocht worden op een locatie in Noord-Holland. En dat komt omdat de rechter kijkt naar de Habitatrichtlijn en die gaat uit van de plaatselijke situatie. Dus als er PAS-melders in een gebied zitten waar ook een piekbelaster zit die de overheid weg wil hebben, dan zou het waarschijnlijk kunnen. We weten dat pas echt zeker als er een nieuwe rechtszaak over wordt gevoerd. De stikstofruimte die overblijft zou dan naar andere projecten in dat gebied kunnen gaan, maar dat moet dan allemaal wel tegelijkertijd. Je kunt de stikstofruimte niet een paar jaar opslaan in een stikstofbank en dan later gebruiken. Dat is niet het systeem van de Habitatrichtlijn. Oud-hoogleraar agrarisch recht en tegenwoordig adviseur van provincies Willem Bruil betoogde dat vorige week nog uitgebreid in onze regionale landbouwvakbladen.
Andere Johan
Remkes betoogt dat met deze korte-termijn aanpak er ook ruimte ontstaat binnen gebiedsprocessen. Het antwoord daarop is ja, maar nogmaals dan moet alles wel tegelijkertijd worden uitgevoerd. Dat zie ik de provincies niet doen en al helemaal niet met draagvlak van de agrarische sector. Remkes heeft in zijn aanbevelingen het juridische probleem dat de stikstofcrisis is, te weinig meegewogen. Daarom was ik ook wel benieuwd naar de reactie van die andere Johan, Johan Vollenbroek van de MOB. Als hij positief zou zijn, dan ontstond er mogelijk een situatie waarbij er minder rechtszaken komen en het politiek opgelost kan worden. Dan moeten er natuurlijk geen nieuwe MOBjes opstaan, want dan gaat het bij de rechter nog steeds mis. Maar helaas. Andere Johan vond de aanbevelingen een aanfluiting, dus gaat hij gewoon door met procederen, blijft hij pleiten om vergunningen in te trekken en blijft de stikstofcrisis vooral een juridisch probleem.
KDW
Vollenbroek viel vooral over het uit de wet halen van de KDW en het te vervangen door iets anders. In het rapport van Remkes staat daar een interessante voetnoot over, nummer 27 om precies te zijn. Volgens Remkes gaven meerdere gesprekspartners aan te verwachten dat veel vergunningen op losse schroeven komen te staan als de KDW uit de wet verdwijnt. Remkes zelf stelt in de voetnoot ‘mede op basis van gesprekken met experts zie ik dit punt inhoudelijk anders’. Van mij mag Remkes dat nader toelichten. Ik kreeg hem en zijn woordvoerder niet te pakken voor het schrijven van deze column, maar misschien kan de Tweede Kamer hem dat vragen. Want Willem Bruil betoogde ook al dat de doelstelling van de KDW beter weer uit de wet gehaald kan worden, omdat het beleid anders muurvast komt te zitten en daar gaan deze nieuwe aanbevelingen weinig aan veranderen. Bruil is geen koekenbakker, maar iemand die de wetgeving en jurisprudentie van binnen en buiten kent. Van Bruil hoeft er ook geen alternatief te komen voor de KDW, want er bestaat al een systeem voor. Het systeem van de Habitatrichtlijn, zoals ik hierboven al beschreef.
Oververhitte periode
Het is jammer dat Remkes dit niet als een advies bracht. Ik denk dat hij er niet genoeg kennis over heeft. Met zijn eerdere advies vanuit de Commissie Remkes zag hij dit juridische aspect namelijk ook al over het hoofd. De conclusie is dus vooral dat Remkes voor de korte termijn een flinke verscherping van het stikstofbeleid introduceert en het juridische probleem niet tackelt. Hij mag dan de rust na een ongezonde oververhitte periode teruggebracht hebben, de landbouwsector schiet met deze adviezen nog niet zoveel op.