Brabant houdt rekening met deadline 2024 als vergunning is aangevraagd
Brabant nam dit besluit omdat er veel twijfel is over de werking van emmissiearme stalsystemen in de melkveehouderij door onder andere rechterlijke uitspraken van de Raad van State. In de periode dat de vergunningverlening on-hold staat, blijft het voor boeren wel mogelijk om een aanvraag voor de Wet natuurbescherming (Wnb) in te dienen. Deze kunnen dan alleen niet inhoudelijk worden beoordeeld. Daarom worden de procedures na ontvangst opgeschort tot toetsing weer mogelijk is. Brabant vindt het wenselijk dat aanvragen (pro-forma) ingediend blijven worden. „Dan kunnen we er meteen mee aan de slag zodra het wel weer mogelijk is ze te verlenen", zo laat een woordvoerder desgevraagd weten.
2024
ZLTO noemt het aanvragen van een vergunning voor 1 april 2023 (Brabantse stallenbesluit) en de uitvoering binnen negen maanden volkomen onhaalbaar door lange doorlooptijden van vergunningverlening en financiering. Brabant zegt daar rekening mee te houden, meldt de woordvoerder: „Mocht de vergunning door een te lange doorlooptijd bij de Omgevingsdienst niet op tijd verleend kunnen worden, dan weten we dat de veehouder er tijdig mee gestart is en houden we daar ook rekening mee op 1 januari 2024, zoals aangegeven in de routekaart stalaanpassingen 2024."
Juridisch houdbaar
ZLTO vraagt zich verder af of het besluit van de provincie wel juridisch houdbaar is. „Het is juist juridisch niet houdbaar om nu de vergunningen voor huisvestingsystemen voor melkveehouders af te geven", zegt de woordvoerder. „Daarvoor moet LNV eerst duidelijkheid geven welke systematiek we moeten gebruiken om te bewijzen dat de systemen ook doen wat ze beloven."
Gevolgen andere sectoren
Hoewel dit besluit van Brabant specifiek geldt voor emmissiearme huisvestingssystemen in de melkveehouderij, hebben de onzekerheden rondom stikstof, jurisprudentie en wijzigingen in Aerius effecten op bijna alle Wnb-vergunningverleningstrajecten. Procedures in andere sectoren kunnen hierdoor vertraging oplopen, meldt de provincie.
POV: 'Rechtsgelijkheid voor alle sectoren'
De Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) heeft kennis genomen van de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Deze wil vergunningen voor emissiearme koeienstallen voorlopig niet meer in behandeling nemen. POV vindt dat dit ook moet gelden voor varkensstallen. 'Rechtsgelijkheid voor alle sectoren'.
Volgens het Brabantse stallenbesluit moeten veehouders met verouderde stallen vóór 1 april 2023 een vergunning voor aanpassing volgens de RAV-systematiek (overzicht van erkende technieken) aanvragen en die negen maanden later daadwerkelijk uitgevoerd hebben. In de varkenshouderij zijn veel van deze emissiearme stallen nog in ontwikkeling en de meeste behalen nog geen 85 procent ammoniakreductie. Daarmee wordt er door Brabant gestuurd op de keuze van een luchtwasser, welke wel 85 procent reductie kan behalen.
Op 6 september werd er door de provincie tegenover de POV aangegeven dat de huidige emissie-eisen op dit moment niet haalbaar zijn met brongerichte technieken in de varkenshouderij. 'End of pipe technieken' zijn goed inzetbaar en behalen zeer hogge ammoniakemmissiereducties. Volgens de POV kan nu niet zo zijn dat varkenshouders wel aan de deadline worden gehouden van het stallenbesluit. 'Laat ook voor deze ondernemers 'de pas op de plaats' gelden. Zorg voor rechtsgelijkheid! Het stallenbesluit is an sich al lastig haalbaar gelet op de lange doorlooptijden van vergunningverlening en financiering, maar nu met deze beslissing lijkt 2024 überhaupt onhaalbaar', schrijft de belangenbehartiger in zijn nieuwsbrief.