Van der Wal wil maatschappelijke dialoog over de wolf
In een debat in de Tweede Kamer benoemde de minister de dilemma’s die zij ziet. Aan de ene kant is er de angst bij burgers en dierhouders voor de wolf - zijzelf of hun vee kan worden aangevallen, en dieren kunnen daarbij worden gedood of verminkt.
Maar aan de andere kant, stelt de minister, is het toenemend aantal wolven een versterking van de biodiversiteit in Nederland, en veel mensen zijn enthousiast dat een inheemse soort zelfstandig is teruggekeerd.
En daarnaast is de wolf een Europees beschermde inheemse soort, en daarvoor gelden er strikte beschermingskaders.
In juridische zin kunnen wolven inbreuk maken op het eigendom van dierhouders als ze dieren verminken of doden, stelde de minister, maar dierhouders hebben ook de plicht om hun vee te beschermen. En in landen waar de wolf al heel lang leeft, lukt het boeren om, met beschermende maatregelen, de wolf weg te houden van hun vee.
De minister wil duidelijk krijgen wat de mogelijkheden zijn om mens en wolf samen te laten leven in Nederland, en wil de Raad voor Dieraangelegenheden daarom dus een nationaal gesprek, een brede maatschappelijke dialoog, laten opzetten over de wolf. Daarbij wil ze drie zaken centraal stellen: het belang van de angstgevoelens, de positie van de wolf in de Nederlandse natuur, en de bescherming van vee.
Wanneer die dialoog start, vertelde de minister niet. Zij wil dat ‘op korte termijn’ laten gebeuren.