Overheid gaat in hoger beroep tegen geurnormen en mensenrechten
De rechtbank in Den Haag stelde zestien omwonenden van veehouderijen in september gelijk; De wet beschermt omwonenden te weinig tegen geurhinder. De rechter constateert dat de uitspraak in strijd is met Artikel 8 van Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit houdt in dat er sprake moet zijn van ongestoord woongenot. Het Rijk gaat in hoger beroep tegen het vonnis, om zo van een hogere rechter een oordeel te krijgen over de schending van Artikel 8 en onder andere de wijze van normering van geurbelasting.
'Rechter als adviesbureau?'
Het hoger beroep was voor D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren en de SP een steen des aanstoots. Laura Bromet van GroenLinks kan het niet aanhoren: „Ik heb bezwaar tegen het feit dat het kabinet een hoger beroep gebruikt als adviesbureau. Er zijn genoeg juristen die ons adviseren. Wij kunnen daarna een weging in de Tweede Kamer maken."
Daarna is ze feller: „We zitten hier voor de inwoners van ons land. Een kabinet moet problemen oplossen. Een overheid die procedeert in een hoger beroep tegen haar inwoners vind ik ongekend. Ik hoop dat het kabinet hier snel mee ophoudt." Bromet kondigt daarna een motie aan om hoger beroep te stoppen.
In gesprek met omwonenden
Heijnen gaat in gesprek met de omwonenden die van de rechter gelijk kregen in de rechtbank. Tijdens die ontmoeting wil ze uitleggen waarom het Rijk in hoger beroep gaat. „Ik vind dit heel belangrijk. Juist omdat het over de onrechtmatigheid van de wet gaat."
Ze geeft aan dat ze ondertussen ook niet stil zit. Zo gaat de staatssecretaris, in afstemming met de minister van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit en minister voor Natuur en Stikstof, wijzigingen voorstellen voor de Wgv. Hierover wordt de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023 geïnformeerd.
Geurnormen
Een belangrijk punt is de aanscherping van de geurnormen. De rechtbank hanteert een grenswaarde van 19,4. Heijnen wil in het hoger beroep weten waarom de rechter 19,4 aanhoudt en hoe deze tot stand is gekomen. D66, GroenLinks en de SP willen dat de norm naar vijf odeur wordt verlaagd. Dit is ook een eis van de omwonenden. Ze vindt het momenteel nog te snel om de norm naar vijf odeur te verlagen. „Dit is heel ingrijpend en kan niet zomaar doorgevoerd worden. Zo'n stap vraagt echt om nader onderzoek. Je kunt de industrienorm niet één op één verlagen naar veehouderij."
Bij een norm van vijf odeur kan er volgens de minister ook geen vergunning voor nieuwbouw en uitbreiding verleend worden. Zo wordt ook de bouw van extra woningen bemoeilijkt. „Daarom kom ik in het voorjaar met een gewogen voorstel voor aanscherping. Ik heb dan een beter beeld van de consequenties." De WUR doet ook onderzoek naar objectievere geurmetingen en de verbetering van de meetmethodiek in opdracht van het ministerie van I&W. Deze worden ook meegenomen in het voorstel voor de aanpassing van de wet.
Gebiedsgerichte aanpak
Het terugdringen van geur wordt ook als 'meekoppelopgave' in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) meegenomen. Een uitgangspunt in het NPLG is dat luchtkwaliteit en leefbaarheid, waaronder geur, niet mogen verslechteren en waar nodig moeten verbeteren. Om de provincies hierin te ondersteunen worden bestaande situaties met geuroverlast momenteel in kaart gebracht voor Oost- en Zuid-Nederland. Concreet betekent dit dat provincies bij het opstellen en kiezen van maatregelen de meekoppelopgave geurhinder meenemen in het vaststellen en uitvoeren van concrete maatregelpakketten
Versneld innoveren
Technische innovaties zijn voor veehouders een belangrijke manier om geuroverlast te voorkomen. Minister Piet Adema komt later deze maand met een brief naar de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de versnelling van het innovatieproces en een financieel stimuleringsbeleid. Daarbij verwijst hij naar het rapport van kwartiermaker Ruud Tijssens over de stappen die moeten worden gezet om te komen tot innovatieve stallen. Hij kan geen termijn hangen aan wanneer er versneld kan worden. „De innovaties moeten getoetst zijn en juridisch onderbouwd worden. Het is niet zo dat het heel snel gaat. We willen kijken hoe we de versnellingen die zijn voorgesteld, kunnen implementeren. Ik hoop van harte dat het tot versnelling leidt."
Kamerbrief over situatie in Deurne
In gemeenten zoals Deurne (NB) ondervinden mensen overlast door geurhinder van veehouderijen en zijn er twijfels over de werking van emissiearme stalsystemen en technieken. Die zorgen neemt de staatssecretaris Vivianne Heijnen ter harte. „Ik heb tijdens het werkbezoek in Deurne toegezegd om te kijken naar praktijkgevallen waarin het schuurt, de regelgeving en of die volstaat. Het contact met de gemeente stelt mij in de gelegenheid om uit eerste hand in de praktijk te ervaren hoe door gemeenten, omwonenden en veehouderijen wordt gekeken naar de materie. Met de gemeente Deurne zijn hierover gezamenlijke afspraken gemaakt."
Kamerleden vroegen de staatssecretaris om een brief over dit overleg en wat de belemmeringen en oplossingen zijn. De Kamer wordt daarover begin volgend jaar geïnformeerd.