‘Jonge boeren moeten steun en waardering krijgen die ze verdienen’
Boeren zitten in een enorm turbulente tijd. Zeker voor jonge boeren is dat lastig ziet Roy Meijer, voorzitter van het NAJK. „Probeer maar eens een stabiel bedrijf op te bouwen als alles om je heen instabiel is. Dat is het eerste zorgenkindje voor jonge boeren. Het tweede zorgenkindje is denk ik: hoe ga ik dat financieel allemaal rond rekenen? Want met de stijgende rentes valt dat niet mee. Het laatste zorgenkindje is: hoe hou ik plezier in mijn werk? Als jij elke dag een bladzijde omslaat en men spuwt gal tegen de sector. Daar moet je wel tegen kunnen. Als je dat niet kan, dan demotiveert dat natuurlijk gigantisch en dat is begrijpelijk.”
Invloed op trends
Die zorgenkindjes zijn volgens Meijer ontstaan door verschillende trends. „We zien een economie die ontzettend instabiel is. Rentes zijn gestegen en de kosten voor energie zijn enorm gestegen omdat we onze transitie niet op orde hebben. Daarnaast zien we een maatschappij waarvan een deel boeren enorm waardeert, maar een ander deel kritisch is en ook veel van de boeren vraagt. Tot slot zien we een agrosector die enorm innovatief is, maar de vraag is nog steeds of we daar vanuit de politiek ruimte voor krijgen. Ook de politiek is kritisch op de sector en daarnaast ook nog eens instabiel.”
Troost
Dat klinkt allemaal nog niet heel erg bemoedigend voor jonge boeren en dat ziet Meijer ook. „Als ik naar mezelf kijk haal ik altijd een soort troost uit het feit dat ik niet overal invloed op heb. Ik probeer me te focussen op dat waar ik wel invloed op heb. Dat moet ik managen en sturen. Waar ik geen invloed op heb, dat moet ik zo goed en zo kwaad als het kan proberen los te laten, want ik heb dat niet in de hand.”
Het begint thuis
Toch kunnen die negatieve trends flink invloed hebben op de stemming op een boerenbedrijf. Zeker als er een bedrijfsovername op de planning staat. „Bij een bedrijfsovername heb je het vaak over bank, markt en politiek. Maar de grootste uitdaging voor een overname zit thuis, namelijk diegene die overdragen. Hoe kijken zij naar de buitenwereld? Inspireren zij overnemers, of zeggen ze eigenlijk je bent gek in deze wereld boer worden, niet doen! Als thuis de stemming negatief is, dan maken al die trends niet uit. Je hebt je ouders of de overdragers nodig om de eerste tien jaar een beetje fatsoenlijk op gang te komen. Ik denk dat dat misschien wel de allergrootste zorg is, als je dan als jonge boer kansen ziet, ziet de rest van het bedrijf dat ook? En krijg ik de ruimte om dat uit te bouwen. Een bedrijfsovername doe je samen! Samen maak je een plan en samen ga je voor de toekomst staan. En dat kan alleen als je samen gelooft in een toekomst voor het bedrijf.”
Stabiel beleid
Het NAJK probeert jonge boeren en tuinders zoveel mogelijk te helpen. „Dat doen we door in gesprek te gaan met mensen die niet vanzelfsprekend in ons boeren- en tuindernetwerk zitten. Hen vertellen we over wie wij als jonge boeren zijn, wat we willen bijdragen maar ook wat we zouden moeten verdienen om te kunnen bijdragen. Je kunt niet groen doen als je rood staat. Daarnaast proberen we goed contact te houden met politiek en beleid met als doel dat er stabiel beleid komt.”
Dat jonge boeren ook nu de kans krijgen om zich te ontwikkelen vindt het NAJK ontzettend belangrijk. „De helft van alle boeren en tuinders is ouder dan 55 jaar. Van die helft heeft meer dan de helft geen opvolger, aldus het CBS. Ik denk dat nu nog erger is. Voor de jongeren die wel boer of tuinder willen worden moeten we alles uit de kast halen, zodat zij ook een kans krijgen. Ik denk dat het kan met deze landbouwminister en het nieuwe landbouwakkoord die hij wil sluiten. Het is een mooi moment om in deze turbulente tijd om stabiel beleid te maken naar de toekomst toe met oog voor jonge boeren en tuinders.”
Wees trots
Meijer vindt het moeilijk om een advies te geven aan jonge boeren die het even niet meer zien zitten. „Iedereen heeft zijn eigen redenen om naar de wereld te kijken met zijn of haar gemoedstoestand. Daar kan en wil ik niks van vinden. Toch zie ik niet waarom jonge boeren niet trots zouden mogen zijn op dat wat ze doen. Wie is een ander om jouw trots weg te pakken als jij vindt dat wat jij doet het waard is om trots op te zijn. Onze jonge boeren en tuinders staan qua kennis en kunde aan de top staan. Dat is heel knap en daar mag je oprecht trots op zijn. En als je kansen ziet, ga ervoor! Maak een plan, kijk hoe je het kunt regelen. Als wij als NAJK jou kunnen helpen door je in contact te brengen met mensen die je nodig hebt, dan doen we dat graag.”