Provinciebestuur Brabant peinst er niet over stallenbesluit terug te draaien
Per 1 januari 2024 moeten stallen in Brabant verplicht aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze moderne technieken kosten veel geld en het is onduidelijk of boeren de innovaties juridisch kunnen borgen. Het terugdringen van stikstofuitstoot kan mogelijk niet worden omgezet in een vergunning die standhoudt bij de rechter omdat sommige technieken in de praktijk minder goed zouden werken dan in de testopstelling.
Toch ziet Brabant het stallenbesluit als een belangrijk instrument om stikstof te reduceren en uiteindelijk aan de landelijke opdracht te voldoen om 6.957 ton ammoniak te reduceren ten opzichte van 2018 in 2030. Dat blijkt onder meer uit een technische briefing voor Statenleden en antwoorden op Statenvragen van het CDA. „Het stallenbesluit is belangrijk voor het halen van onze doelstelling", vertelde programmamanager Arie Meulepas tegen de Statenleden in de technische briefing. „Het neemt een belangrijk deel van de ammoniakemmissiereductie voor zijn rekening."
7,1 kiloton
Hij onderbouwde die claim met cijfers. De verwachte ammoniakemmissie uit stallen daalt door de innovatieve toepassingen van 16.6 kilton naar 7,1 kiloton ammoniakemmissie in 2028. De cijfers zijn gebasseerd op het vergunningenbestand van 2021, waardoor latente ruimte ook is meegenomen.
Het stallenbesluit blijft dus wat de provincie betreft overeind, terwijl vergunningverlening door de rechtelijke uitspraken voor een aantal RAV-vloeren voor de melkvee wel op pauze is gezet door de provincie. In Brabant moeten vooral veel melkveehouders nog omschakelen en stallen verbouwen. Van de ongeveer 2200 bedrijven die nog wat moeten doen aan de stallen, gaat het om 1230 melkveebedrijven.
Stichting Stikstofclaim (SSC) heeft namens aangesloten Brabantse boeren meermaals aangedrongen op het opschorten van het stallenbesluit. SSC had al gehoopt op antwoorden van de provincie, maar heeft die nog niet gekregen. Ze geven Brabant nog vijf dagen extra de tijd.