770.000 hectare extra natuur nodig bij volledige goede staat van instandhouding
Minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) stuurde de bevindingen dinsdag naar de Tweede Kamer met een begeleidende Kamerbrief. In die brief benadrukt ze dat honderd procent goede staat van instandhouding van de natuur nergens vastligt in een wet, ook niet in Europese wetgeving. Het eerste doel van het kabinet is om 30 procent goede staat van instandhouding van de natuur te halen in 2030. Dat gebeurt onder meer via de stikstofaanpak (Nationaal Programma Landelijk Gebied) waar veel over te doen is.
De onderzoekers van de WUR en Sovon komen tot het grote getal na een werksessie van twee dagen waarbij verschillende habitattypes en vogelsoorten (gebaseerd op de habitat- en vogelrichtlijn) tegen het licht zijn gehouden op basis van onderzoeken. Sommige onderzoeken moeten nog worden afgerond. Extra natuur is niet dé oplossing waarschuwen de onderzoekers alvast: 'Om de gunstige staat van instandhouding te bereiken zullen ook andere maatregelen moeten worden genomen voor kwaliteitsverbetering die los staan van hectares nieuwe natuur, zoals vermindering van stikstofdepositie of van de negatieve effecten van andere drukfactoren (recreatie, visserij, exoten, verdroging, klimaatverandering etc.) en het optimaliseren van het beheer.'
Agrarische natuurtypen het leeuwendeel
Voor de landbouw heeft het halen van de natuurdoelen nu al grote gevolgen. Het is volgens de onderzoekers wel zo dat natuur en landbouw in sommige gebieden ook samen kunnen gaan. Extra natuurinclusieve landbouw valt in het onderzoek ook onder extra nieuwe natuur en is dus meegenomen in het totaal van 770.000 hectare. Sterker nog, het leeuwendeel valt onder een agrarisch natuurtype. Aan 'agrarische natuurtypen' (grasland, akkerranden en dooradering) zou er in totaal zo'n 700.000 hectare bij moeten komen.