Focus op biologische landbouw zorgt voor tweespalt in politiek Noord-Brabant
In totaal reageerden elf van de twintig partijen die in Noord-Brabant meedoen aan de Statenverkiezingen op de verschillende stellingen die de redactie van Stal & Akker aan hen voorlegde. Met de stelling ‘Provincie Brabant focust te veel op het stimuleren van biologische landbouw, terwijl er nog te weinig afzetmarkt is voor biologische producten’ zijn vijf partijen het eens en zes het oneens.
50Plus vindt dat biologische teelt noodzakelijk is voor de gezondheid, terwijl PVV juist stelt dat reguliere landbouw soms beter is dan biologische. Als er vraag is, volgt het aanbod vanzelf, is de overtuiging van CDA, BBB en PVV.
Stal & Akker heeft de afgelopen dagen in verschillende artikelen geschreven over hoe de partijen uit Brabant aankijken tegen verschillende stellingen. Bekijk hieronder ook de reacties op de andere stellingen:
Stallenbesluit zorgt ook na verkiezingen voor discussie in politiek Noord-Brabant
Partijen die het eens zijn met de stelling:
Indien er vraag is, volgt de afzet en niet andersom.
De boer moet zelf over zijn bedrijfsvoering gaan niet de provincie. De vraag en het aanbod van (biologische)producten moet bepaald worden door de markt. Als er binnenkort te veel biologische producten op de markt komen en daar te weinig vraag naar is, zal de prijs van biologische producten dalen en zullen biologische boeren gedwongen worden hun producten onder de kostprijs te verkopen. Dit is niet voordelig voor biologische boeren.
De PVV is niet overtuigd van de stelling dat biologische producten altijd beter of diervriendelijker zijn. Er zijn gangbare bedrijven die net zo goed of beter en/of diervriendelijker produceren.
Het is helemaal niet de taak van een provincie om wat voor landbouw (of andere bedrijvigheid) dan ook te stimuleren. Het is aan de Brabanders zelf om te bepalen wat ze willen eten, waar ze willen wonen en hoe ze hun bedrijf willen inrichten.
Agrarische bedrijven moeten functioneren binnen een open Europese markt. Dat betekent dat als Nederlandse boeren enkel biologisch produceren, maar de consument de voorkeur geeft aan niet-biologische producten, niet-biologische producten uit het buitenland zullen worden geïmporteerd en de Nederlandse boeren met hun producten blijven zitten. Zij zijn op die manier economisch niet levensvatbaar en zullen failliet gaan. Zolang de Europese markt niet beperkt wordt, moet er sprake zijn van een voldoende gelijk speelveld.
De consument laat zich niet dwingen. Wanneer je boeren dwingt biologisch te produceren wordt de markt verstoord, met desastreuze gevolgen voor het inkomen van de boer en tuinder. Dat staat haaks op de wens van de overheid voor een beter verdienmodel. Wanneer de totale sector 10% verduurzaamt win je meer dan dat je de biologische sector verdubbelt.
Partijen die het oneens zijn met de stelling:
In de marketing geldt de stelling dat markt moet worden gecreëerd. Voor een product wat er (nog) niet is bestaat over het algemeen nog geen of nauwelijks markt. Het is evident dat de maatschappij een steeds grotere behoeft heeft aan duurzame en biologische producten. In het belang van onze gezondheid en ons aller welbevinden is 50PLUS dan ook de mening toegedaan dat biologische teelt noodzakelijk is.
Om een transitie in de voedselproductie op gang te brengen is stimulering heel belangrijk. Ook vanuit de provincie. Het blijft voor Lokaal Brabant onbegrijpelijk dat de groot winkelbedrijven als Jumbo, Albert Heijn en anderen hier niet veel meer werk van maken. Zij zitten nog steeds op de lijn van winstmaximalisatie en de laagst mogelijke inkoopprijs. Overigens is het voor Lokaal Brabant ook niet altijd duidelijk waarom de Nederlandse producenten van landbouwproducten gezamenlijk niet een stevigere vuist maken om te komen tot een betere prijsvorming voor de producenten in de keten. Is de Nederlandse landbouw niet te “Slaafs” richting hun afnemers.
De VVD vindt dat de overheid nieuwe ontwikkelingen moet ondersteunen, waar de markt dat zelf nog niet of niet voldoende kan. Zodra vraag en aanbod op de markt elkaar gevonden hebben, moet de overheid zich daar zo min mogelijk meer mee bemoeien.
In de praktijk doet de provincie helemaal niet zoveel om biologische landbouw te stimuleren.
De Partij voor de Dieren heeft er bij de stimulering van plantaardige en biologische landbouw vaak op gewezen dat de focus niet enkel op de productie, maar ook evenredig op de consumptie moet liggen. Vraag en aanbod moeten enigszins gelijk opgaan om de omschakeling werkbaar te maken. Desalniettemin kan meer aanbod ook zorgen voor meer afname, meer vraag. Wij zijn daarom niet van mening dat de provincie te veel focust op het stimuleren van biologische landbouw. Wel zijn wij van mening dat de provincie nog te veel focust op het in stand houden van de intensieve landbouw; er gaan nog steeds vele miljoenen euro’s subsidie naar het bestendigen van de intensieve landbouw, in de vorm van de ontwikkeling van technologische lapmiddelen.
We zouden nog meer moeten inzetten op natuurvriendelijke en biologische landbouw dan we nu doen. We moeten agrariërs helpen met een gezond verdienmodel, en daarvoor ook regelingen opzetten.
Tekst: Anne Jansen
Beeld: Jan Heij