Opinie: Hoe slecht gaat het werkelijk met de natuur in Brabant?
De conclusie van de provincie was dat de staat van de natuur verder aan het verslechteren was en dat daarom acuut maatregelen getroffen moeten worden. De eerste maatregel is om alles plat te leggen en dan zien we wel weer verder.
Nu blijkt dat deze ‘gespecialiseerde’ bureaus gewoon een aantal bestaande rapporten op een hoop gegooid hebben, van daaruit een nieuw rapport hebben geschreven, nog wat conclusies hebben getrokken en een aantal maatregelen hebben bedacht. Zo gaat het om bijvoorbeeld het verleggen van een provinciale weg, die onlangs compleet gerenoveerd is, inclusief de aanleg van een viertal dure wildtunnels. Hoewel de analyse eerst nog door de Ecologische Autoriteit beoordeeld moet worden, dat zal wel één pot nat zijn, zijn de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant flink in de stress geschoten.
Ik ben toch zelf maar aan de slag gegaan voor de Groote Peel, het meest nabijgelegen Natura 2000 gebied. De meest opvallende passages uit het document;
- Bladzijde 51: Daarenboven stelt de Leidraad 'Beheer van Natura 2000-gebieden' (versie 2018) dat als, na de peildatum, een betere staat van instandhouding binnen een Natura 2000-gebied is bereikt, deze verbeterde staat als referentie dient. De referentiesituatie (T0) is daarmee feitelijk de minimale verplichting die op het gebied ligt.
- Bladzijde 105: In de Handreiking Natuurdoelanalyse (Jorissen e.a., 2022) staat dat bij onvoldoende bewijs vanuit het voorzorgsbeginsel niet kan worden uitgesloten dat er verslechtering is opgetreden of zal optreden, dus moet uitgegaan worden van een worst-case-scenario.
Als ik dit even tot mij laat bezinken, dan kom ik tot de conclusie dat het hierdoor op papier nooit goed kan komen met de natuur.
Specifieke natuurdoeltypes
Gaan we naar de daadwerkelijk beschreven staat van de diverse natuurdoeltypes in de Groote Peel kijken, dan vallen de kaartjes over de veenmossen op. De drie kaartjes van 1995 tot 2016 worden steeds verder ingekleurd met veenmos. Goed bezig zou je denken! Ook het aantal soorten gesignaleerde veenmosjes (10 van de 16) score 63 procent dus goed. Droge heide scoort 67 procent (aantal soorten 14 van de 21). Ook goed dus.
Wat betreft de broedvogels. Voor de geoorde fuut, de blauwborst en de roodborsttapuit zijn er geen knelpunten. Wel wordt verwacht dat door vernatting wat in het belang is voor het hoogveen, oftewel tegenstrijdige belangen, verplaatsing van het leefgebied van deze vogels zal moeten plaatsvinden.
De dodaars doen het waarschijnlijk niet goed door de droogte van de laatste jaren. Datzelfde geldt ook voor de porseleinhoen. Maar hoe kun je maatregelen treffen voor een vogel die zo ongeveer een keer in de 10 jaar wordt gesignaleerd?
Tot slot de niet-broedvogels. Dit gaat vooral om ganzen. Deze zorgen voor ‘extra verrijking nutriënten’. Oftewel; ze schijten te veel. En de kraanvogel doet het zo goed, dat ze op een enkele plek zelfs is gaan broeden.
Eindconclusie
130 bladzijdes verder kan de conclusie getrokken worden dat het helemaal niet zo slecht gaat met de natuur in de Groote Peel. De lidstaten moeten elke elke zes jaar aan de Europese Unie rapporteren hoe de soorten en habitats er voor staan door na te gaan in hoeverre deze een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. Vergelijkende cijfers van zes jaar geleden over de habitattypes uit het natuurgebied worden, al dan niet bewust, weggelaten. Het rapport over de Deurnesche Peel / Mariapeel gaf eenzelfde beeld.
De andere 13 natuurdoeltype analyses zullen naar verwachting niet anders zijn en die heb ik dan ook maar niet doorgenomen. Ik heb ook nog andere hobby’s. En andere hobby’s mogen de gedeputeerden van de provincie Noord-Brabant wat mij betreft ook gaan zoeken omdat deze vergunningenstop hopelijk hun laatste stuiptrekking is.
Wordt het niet tijd dat de natuurkwaliteit getoetst wordt op basis van concrete praktijkcijfers in plaats van wazige rapporten? Of is dit toch de strategie om agrarische grond 'in beslag te nemen' voor andere doeleinden, zoals woningbouw en natuurontwikkeling en is voedselproductie geen issue meer op de daarvoor zeer geschikte bodem in ons nog welvarende landje?
Namens Leefbaar Peelland,
Oud-melkveehouder Toon Hartman uit Asten-Heusden
Stichting Leefbaar Peelland zet zich in voor het perspectief van de agrarische bedrijven en de leefbaarheid van het gebied rond de Groote Peel
Tekst: Toon Hartman
Beeld: Ruth van Schriek