Staten Zeeland geeft signaal af: 'Provincie moet afzien van voorkeursrecht op landbouwgrond'
In de motie verwijzen de indieners naar een artikel in het Financieele Dagblad waarin juristen zich verbazen over het feit dat het Rijk een (wettelijk) voorkeursrecht op boerengrond onderzoekt. Volgens de indieners kan dit instrument gebruikt worden als 'voorportaal' voor onteigening van boeren.
Dat is ook de reden dat de Partij voor Zeeland de motie heeft ingediend. „Als je voor deze motie stemt, dan ben je tegen gedwongen onteigening van boeren. Niet meer niet minder", vat fractievoorzitter François Babijn de motie samen. Deze roept het college op om bij het Rijk erop aan te dringen om af te zien van het instrument. Ook wordt Gedeputeerde Staten gevraagd geen voorkeursrecht op landbouwgrond binnen de gebiedsprocessen toe te passen.
In Fryslân werd eind januari een soortgelijke motie aangenomen in de oude samenstelling van de Staten. Ook in de Drentse Staten kwam de motie voorbij. De politici zagen daar begin februari, in tegenstelling tot Fryslân, nog niets in.
Projectontwikkelaars 'grote winnaars'
De SP en PvdA/GroenLinks zien geen link tussen het voorkeursrecht en onteigening.
Volgens fractievoorzitter Ger van Unen van de SP zijn het ook twee verschillende zaken. „Deze motie wordt uitgelegd dat als je tegen stemt, je voor onteigening bent. De SP is tegen onteigening. Het voorkeusrecht kan gebruikt worden om projectontwikkelaars, die geld willen verdienen, de pas af te snijden. Als je dit instrument afschaft dan kan het gebeuren dat als de provincie grond wil hebben, er een projectontwikkelaar tussen gaat zitten die maar één doel heeft, namelijk flink geld verdienen en de uitgaven van de overheid opschroeven."
PvdA/GroenLinks sluit zich daarbij aan. „Voorkeusrecht is niet hetzelfde als onteigening", zegt Inez Flameling. „Het voorkeursrecht kan gebruikt worden in de grote opgave van het landelijk gebied en voorkomen dat speculanten aan de haal gaan. Die zijn dan de grote winnaars. Dit kan de belastingbetaler veel geld gaan kosten."
Geen kostentoename
Babijn reageert op die kostentoename. „De gemiddelde prijs voor goede landbouwgrond, niet in de buurt van Natura 2000-gebieden, ligt momenteel op circa 73.000 euro per hectare. De grond die men dan beoogt om op te kopen in de buurt van Natura 2000-gebieden, de natuurgrond, ligt rond de 21.000 euro. We zien die bedreiging dus niet zo. Als we deze motie niet steunen, dan zetten we de deur open voor gedwongen onteigening. Dat hebben we één keer meegemaakt bij Waterdunnen. En dat willen we nooit meer meemaken", eindigt de fractievoorzitter van Partij voor Zeeland.
Provinciale Staten eerst aan zet
Het college vindt, net als eerder al aangegeven, dat de motie te voorbarig is. Gedeputeerde Dick van der Velde (VVD) vindt het niet passend om in de verkenning van het Rijk al aan te geven dat Zeeland het instrument niet ziet zitten. „Zo gaan we als overheden niet met elkaar om." Daarnaast wijst hij erop dat als Zeeland het voorkeusrecht wil inzetten, Provinciale Staten eerst aan zet is om daar een besluit over te nemen. De motie wordt daarom ontraden.
Ondanks het oordeel van het college, is de motie met 25 stemmen voor en 8 tegen aangenomen.
Voor: BBB, SGP, CDA, VVD, PVV, ChristenUnie, JA21, Forum voor Democratie en Partij voor Zeeland (indiener).
Tegen: D66, PvdA/GroenLinks, Partij voor de Dieren en de SP.