Bramenkweker Lochtsepad mag woonunits arbeidsmigranten bouwen

Want rechterstaatsraad Erik Minderhoud deed direct mondeling uitspraak na afloop van de zitting in Den Haag. Hij wees daarbij alle bezwaren van een twintigtal omwonenden van de hand.
Volgens de staatsraad hebben gemeente Etten-Leur en fruitkwekers Jan en Alphons Diepstraten de noodzaak voor het onderbrengen van in totaal 30 arbeidsmigranten voldoende aangetoond. Bovendien zijn de voorwaarden die de gemeente aan het wonen van 30 migranten aanvaardbaar, aldus Minderhoud. De gemeente kan nu snel een bouw(omgevings)vergunning verlenen en Diepstraten kan daarna aan de slag.
Te dicht bij de weg
Overigens wonen al zes arbeiders in de bedrijfswoning bij de kassen en kweekvelden aan het Lochtsepad. Daar mogen de gebroeders nu nog 12 wooncontainers, of units bijplaatsen. Diepstraten wilde de woonunits al in 2018 plaatsen maar toen sneuvelde het plan omdat de huisvesting te dicht bij de weg was gepland. Na een aanpassing van het bouwvlak kan Diepstraten de kassen tot drie hectare uitbreiden en 12 woonunits bij de bedrijfswoning, verder van de weg, plaatsen.
Diepstraten was blij met de uitspraak, de buurtbewoners minder. Zij vrezen veel overlast. „Er is daar geen enkel vertier. Ze wonen midden op het platteland. Verder vrezen we veel meer verkeer in onze woonbuurt. Bovendien vinden we de huisvesting zelf niet deugen, dat zijn vak afgekeurde units uit de bouwwereld. Het zijn vaak mensonwaardige toestanden bij de migrantenhuisvesting. Het wachten is totdat het mis gaat”, aldus een omwonende.
Venlo
Volgens de gemeentewoordvoerder zal de Etten-Leur er streng op toezien dat Diepstraten volgens alle regels en voorwaarden bouwt. Dat betekent goede huisvesting en de bewoners moeten allemaal werken op de kwekerijen van Diepstraten in Etten-Leur. De omwonenden hebben er weinig vertrouwen in. „We hebben dan wel telefoonnummers om te bellen als er wat mis gaat, maar dan is het vaak al te laat. En wie zegt dat die mensen buiten de piektijden bij Diepstraten niet in Venlo gaan werken. Wie gaat dat controleren.”
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel