Welke landbouwzaken mag de regering nog aanpakken na de val? Politici zijn er nog niet uit
BBB-voorvrouw Caroline van der Plas heeft het stikstofbeleid van het kabinet meermalen bekritiseerd. Toch moet ze nog bedenken of ze dat beleid nu controversieel wil verklaren. „Het is wel heel makkelijk om te roepen dat je dat moet doen“, zegt BBB-voorvrouw Caroline van der Plas, „maar als het kabinet hier niet mee doorgaat, zet dat boeren nog langer in onzekerheid, en voor PAS-melders komt er dan het komende jaar geen oplossing.“
Ook CDA-kamerlid Eline Vedder ziet die moeilijkheid. „Je kunt nu wel alles controversieel verklaren en zeggen dat de regering daar niet verder aan mag werken“, vertelt ze, „maar doelen als de Kaderrichtlijn Water blijven staan, en de deadlines daarvoor ook. Het is dan de vraag of het verstandig is om de regering te verbieden om daarover beleid te maken en alles stil te leggen tot er een nieuwe regering is.“
Zij, en de andere Kamerleden, hebben nog even tijd om daarover na te denken. De Kamer zal begin september pas een beslissing nemen over welke onderwerpen ze controversieel willen verklaren en op welke terreinen de regering door mag gaan met beleid maken.
Piekbelasters
Vedder vindt dat in ieder geval de regelingen waarmee piekbelasters hun bedrijf kunnen verplaatsen, extensiveren of innoveren, er moeten komen. „Op dit moment heeft minister Van der Wal enkel nog de opkoopregeling in laten gaan. Als je de piekbelastersaanpak nu controversieel verklaart, hebben boeren weinig opties.
Ook SGP’er Roelof Bisschop vindt het lastig. Hij wil ook dat de nieuwe regelingen voor de piekbelasters er komen. Maar niet als minister Van der Wal, in zijn woorden, ‘doorgaat op de oude lijn van drammen, drukken en doorduwen’. „Dat is een doodlopende weg; dan krijgt ze de provincies niet mee“, voorspelt hij.
GroenLinks is ook aan het dubben. „Aan de ene kant", zegt Laura Bromet, „kijken we uit naar een nieuw kabinet dat wel een duidelijk groen landbouwbeleid zal voeren." Een dat koplopers in de landbouw stimuleert en geen plek heeft voor de intensieve veehouderij, verduidelijkt ze. Maar aan de andere kant betekent een stilstand totdat er een nieuw kabinet is dat boeren nog langer in onzekerheid zitten, en dat het nog langer duurt voordat de natuur kan herstellen. Zij hoopt dat dat natuurherstel, en ook de mogelijkheid van vergunningverlening, zo snel mogelijk weer van start kunnen gaan.
Verfrissend
Dat het kabinet gevallen is, betekent ook dat er geen coalitie meer is, en dat partijen niet meer gebonden zijn aan een coalitie-akkoord. ‘Verfrissend’, vindt Bromet dat. Het geeft de ex-coalitiepartijen meer ruimte om een eigen standpunt te bepalen. Ze wijst op een GroenLinks-motie om boeren meer ruimte te geven om natuurbeheer te doen. Die was door de hele oppositie gesteund, maar kreeg geen meerderheid omdat de coalitie tegenstemde. „Eigenlijk is die weggestemd door D66“, meent ze.
Ook Thom van Campen (VVD) ziet meer ruimte. „Als je bijvoorbeeld kijkt naar de aanpak van piekbelasters hoeven we nu niet enkel binnen de coalitie oplossingen te zoeken en alles af te stemmen“, zegt hij, „maar kunnen we nu breder kijken.“
Dat denkt Van der Plas ook. „De val van het kabinet betekent dat de coalitie niet langer in de wurggreep van D66 zit“, zegt zij. „En dat biedt nieuwe mogelijkheden.“
Vedder is pessimistischer. Zij wijst erop dat de landbouwminded partijen in de huidige Kamersamenstelling in de minderheid zijn. Het coalitie-akkoord zou volgens haar zoet en zuur brengen voor boeren. „Maar het zuur staat al in de steigers, en van het zoet is het de vraag of het nog gaat komen.“