Melkveehouderij: biogas
‘Monovergisting is een geweldige kans voor de melkveehouderij’
Met monomestvergisting snijdt het mes aan vele kanten: het levert groen biogas op, een verbeterde meststof voor de planten en zorgt voor 82 % minder methaan- en 65 % minder ammoniakemissie.
Voorloper
Samen met zijn broer Harm runt Teun het melkveebedrijf aan de Schipperspeel in Oploo. In 2018 installeerden ze een monovergister van Biolectric. „In de monovergister verwerken we alle mest van onze koeien. Het is een gesloten systeem waardoor geur geen issue is en burgers er geen last van hebben”, legt Teun uit. Zijn broer Harm, die naast vennoot in het melkveebedrijf, projectaccountmanager is bij DLV advies, kwam met het idee om mee te draaien in het Jumpstart project van FrieslandCampina. „Zonder mijn broer was ik niet zover geweest: hij kent de nieuwste wetgeving, ontwikkelingen, systemen en de subsidieregelingen. Met subsidie wordt het risico van voorop lopen gedeeld. Als boer ben je bezig met je eigen bedrijf en ben je minder bezig met algemeen belang van de sector. Samen met Harm werkt super: samen sparren en vooruit denken. Dat voordeel heb ik”, legt Teun uit.
De broers bouwden in 2013 een nieuwe melkveestal met een Swaans vloer met om de twee meter een spleet. Om de dagverse mest te verzamelen moesten ze de vloer dicht maken. „In totaal was de investering in 2018 ongeveer een half miljoen euro. We hebben een Europese aanschafsubsidie ontvangen waarmee het project rendabel te rekenen was. Afgelopen jaren zijn er veel boeren, politici en beleidsmakers komen kijken. Dat helpt ons en Biolectric bij de verdere ontwikkeling”, aldus Teun Wientjes.
In de praktijk
„We pompen de mest 5 keer per dag naar de silo die constant op 42 graden Celsius mixt. Daardoor produceren de anaerobe organismen biogas. Daaruit filteren we de zwavel en met een verbrandingsmotor en generator wekken we energie en warmte op. De elektriciteit is deels voor eigen gebruik en de rest gaat rechtstreeks naar het elektriciteitsnet”, legt Teun uit. De mest blijft 30 dagen in de vergister om het maximale rendement te halen.
Teun en Harm zijn supertevreden met de installatie. „De vergister kost mij een kwartiertje werk per dag. Biolectric heeft een makkelijke app en het serviceteam is er snel als het nodig is”, lacht Teun. Tweemaandelijks komt de fabrikant voor onderhoud. „Als boer moet je met pompen de mest in de vergister zien te krijgen. Elke boer weet dat er eens touw in komt of iets in de put valt. Een keer per maand heb je eens een storing die een paar uur kost. Ik heb altijd onderdelen op voorraad liggen.”
Kunstmestvervanger
Wientjes bewerkt de vergiste mest na in een stikstofstripper om ammoniak te scheiden. Van biogas wordt 33 procent van de energie omgezet in stroom. De rest is warmte die de stripper gebruikt om een kunstmestvervanger te maken. Er blijft een mestfractie met minder stikstof over. Teun: „De kunstmestvervanger zetten wij af in de Achterhoek omdat we die in Brabant nog niet mogen gebruiken. Het zou ontzettend gaaf zijn als je eigen kunstmest kunt gebruiken. Nu kopen we kunstmest aan bij een fabriek die heel veel aardgas gebruikt. Dat is niet logisch.” De overblijvende dikke fractie gebruikt de veehouder als boxstrooisel en in de akkerbouw. De stripper is nog niet erkend.
Versnelde afvoer urine
Bij monovergisting is dagverse mest belangrijk. „Dat weet je en als de mestschuif het niet doet, zorg je ervoor dat die binnen 6 uur gemaakt is, anders wordt de vloer een grote bende. Je wilt maximaal rendement met vergisten dus de mest moet zo snel mogelijk de vergister in. Daar is geen enkele stimulans door de overheid voor nodig”
De broers Wientjes hebben een proefstalstatus aangevraagd voor versnelde afvoer van de urine naar een goot. De erkenning is nog niet binnen. „Die goot trekken we schoon en we sproeien vier keer per dag eow water met ureaseremmer over de vloer waardoor de emissie in de stal lager wordt.” Ze hebben een ammoniakmeter opgehangen die continu meet.
Bij familie Wientjes lopen de koeien in de wei. Weidegang 120 dagen 8 uur per dag levert 8 procent minder gas op. „We kijken niet alleen naar de euro’s maar ook wat maatschappelijk gewenst is. Dat is toch je license to produce.”
Subsidie in september
Wientjes is met hulp van Agri Food Capital een biogashub samenwerkingsverband aan het onderzoeken. De biogashub zal een samenwerking zijn van verschillende agrarische bedrijven in de omgeving, die allemaal een vergister plaatsen. Deze vergisters worden doormiddel van een biogasnetwerk verbonden en op een centrale locatie wordt het biogas in het aardgasnetwerk geïinjecteerd. Dat biedt veel mogelijkheden”, zegt Teun Wientjes die als raadslid van gemeente Land van Cuijk omgeving in zijn portefeuille heeft. Hij denkt daarbij aan coöperaties en participatie van burgers. „Leg een biogasleiding naar oude woonwijken in plaats van complete renovatie om ze van het gas te krijgen. De gasleidingen liggen er al.”
Teun adviseert collega melkveehouders met minder dan 200 koeien, niet aan een monovergister te beginnen. „Of je moet gaan samenwerken in een hub. Dan is het bij -80 koeien rendabel te rekenen. De coöperatieve gedachte biedt nog steeds kansen voor de Nederlandse familiebedrijven.”
Rob Jetten, demissionair minister Klimaat en Energie, heeft geregeld dat groen gas in de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie, SDE subsidie, is opgenomen met 1,92 euro SDE subsidie per kuub groen gas voor twaalf jaar. „Die regeling gaat in september weer open, maak er gebruik van”, adviseert de Oploose melkveehouder.
Ga voor praktische oplossingen
Monovergisting in combinatie met een ammoniakstripper is een emissiereducerende maatregel buiten de stal en dat is nog niet erkend. „De overheid weet niet goed wat ze ermee aan moet. Ze gaat uit van juridische werkelijkheid en kijkt niet meer naar praktische oplossingen. Dat is heel jammer want een monovergister werkt fantastisch”, zegt Teun. Nu moeten veehouders investeren in erkende stalvloeren waarvan aan de emissiereductie wordt getwijfeld.
Tijd en actie nodig
Wientjes ziet liever doel- als middelvoorschriften. „We zitten nu al 3 jaar in een vergunningen traject, waar de proefstal uiteindelijk in wordt geaccepteerd. Ook de Natuurbeschermingswet vergunning moet nog worden verleend. De procedure ligt compleet stil in Brabant.” De jonge veehouder wil vooruit en kan niet vooruit.
„Innoveren kan nu niet. De sector loopt bijna vast. Ondertussen lopen de adviseurskosten op. Ook moet de Rabobank nog meewerken. Ik geloof nog steeds in innovatie maar ik heb niet zo’n geloof in de overheid om het mogelijk te maken. Natuurlijk doen subsidies wel wat maar we kunnen als sector niet in vijf jaar iets neer zetten. Innoveren heeft tijd nodig. Voor mij staat als een paal boven water: met groen gas kunnen melkveehouders echt een gigantische bijdrage leveren aan de energietransitie en emissies reduceren. Boeren hebben de oplossing.”
Versnellen van praktijkrijpe stalinnovaties en managementmaatregelen
Stalaanpassingen in Noord-Brabant
De neerslag van stikstof in de natuur moet omlaag. Daarvoor treft de overheid maatregelen. Provincie Noord-Brabant heeft hiervoor de Interim omgevingsverordening Noord Brabant opgesteld. Vanaf 1 juli 2024 moeten Brabantse pluimvee-, varkens-, geiten- en konijnenstallen die ouder zijn dan 15 jaar, voldoen aan de reductie-eis van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, IOV.
In het nieuwste bestuursakkoord is de deadline voor melkvee en vleeskalveren aangepast omdat er onvoldoende stalsystemen beschikbaar zijn. Melkvee- en vleeskalverstallen ouder dan 20 jaar moeten uiterlijk 1 januari 2026 aangepast zijn.
Veehouders die voor 1 oktober 2023 een volledige vergunning aanvragen, en die buiten hun schuld op 1 juli 2024 niet voldoen aan de eisen, worden gevrijwaard van handhavend optreden. Het blijft nog afwachten hoe de regelgeving vastgesteld wordt.
Taskforce Toekomstbestendige Stallen wil met de serie Toekomstbestendige Stallen Brabant praktische ervaringen van veehouders met nieuwe stallen of staltechnieken delen. Boeren leren immers van boeren.
Tekst: AgriContent