Brabants bestuursakkoord: stallendeadline voor melkveehouders schuift op naar 2026
Het verplichten van stalsystemen die flink stikstof reduceren is al jaren discussie in de Brabantse politiek. Ook voor de veehouders is het een heet hangijzer. De investeringen zijn hoog en sommige innovaties leveren geen ruimte op in de vergunning, omdat de technieken in de praktijk minder goed werken dan in de proefopstelling. De rechter vindt daarom dat er dan alsnog te veel stikstof wordt uitgestoten bij een uitbreiding om de investering terug te kunnen verdienen.
Voor de melkveesector en kalversector verschuift de deadline om stikstof te reduceren naar 1 januari 2026. De nieuwe coalitie: ‘Omdat deze diersoorten veelal gehuisvest zijn in open stalystemen waarvoor op dit moment nog geen bewezen systemen, technieken en maatregelen beschikbaar zijn. Ondernemers in deze sector maken de komende jaren een keuze uit systemen, technieken en maatregelen die beschikbaar komen, tenzij we uiterlijk negen maanden voor deze deadline vaststellen dat er via deze weg geen reductie vergunbaar is.’
1 juli 2024 voor andere sectoren
Voor overige sectoren waarvoor voer- en managementmaatregelen en/of technieken beschikbaar en vergunbaar zijn, blijft de datum om stikstofuitstoot terug te brengen van 1 juli 2024 overeind. ‘Voor ondernemers die al maatregelen getroffen hebben voor 1 oktober 2023 in het kader van de stallendeadline in de (Interim) Omgevingsverordening handhaven wij de vrijwaringstermijn van 20 jaar bij rundvee en 15 jaar bij overige diersoorten, voor zover het onze bevoegdheden betreft. We zetten ons in om zo snel mogelijk goedgekeurde meetsystemen op bedrijfsniveau beschikbaar te krijgen voor het ‘live’ (realtime) meten van emissies.’
Brabant is de enige provincie in Nederland die inzet op een verplichting voor stikstofreducerende stalsystemen, in de volksmond bekend als het stallenbesluit. In het coalitieakkoord staat: ‘Bedrijven met intensieve veeteelt die een ouder huisvestingsysteem (15 à 20 jaar oud) gebruiken, vragen we - net als hun collega's die dat al wel hebben gedaan - om voor een bepaalde datum te zorgen dat ook zij een bijdrage leveren aan het verminderen van de stikstofuitstoot. Niets doen, mag niet beloond worden. De verplichte aanpassing moet dan wel vergunbaar (juridisch mogelijk) zijn. We handhaven niet als ondernemers wel op tijd een vergunning hebben aangevraagd en die buiten hun schuld nog niet is verleend.’
Proefzaken
De provincie gaat naarstig op zoek naar manieren om juridische borging te garanderen. ‘We onderzoeken op welke manier productinnovaties, voer- en managementmaatregelen en andere ‘state-of-the-art’ technieken op een juridisch acceptabele manier ingezet kunnen gaan worden. We blijven ons inzetten om huisvestingssystemen door te laten ontwikkelen.’
‘Om de uitstoot van stikstof terug te dringen, focussen we niet alleen op huisvestingssystemen. We zetten in op kringlooplandbouw. We zien ook kansen in een bedrijfsvoering gebaseerd op minder dieren, natuurinclusieve bedrijfsvoering en het combineren van meerdere bedrijfstakken in één bedrijf. We bieden ondernemers die verder willen met ondernemen een keuzepakket. Zo komen we tot keuzes die bij de individuele ondernemer passen én een vergunning die standhoudt bij de rechter (juridisch houdbaar).’
‘We ontwikkelen een format voor een passende beoordeling. We gaan voor maximale duidelijkheid rond de toepassing van de juridische regels in vergunningen. Dat doen we door bijvoorbeeld ‘proefzaken’ voor te leggen aan de bestuursrechter, om erachter te komen wat wel kan en wat niet kan.’
Stikstof bij VVD, BPLG bij GroenLinks
Wilma Dirken (VVD) krijgt stikstof in haar takenpakket. Hagar Roijackers (GroenLinks) krijgt de portefeuille natuur, milieu en Brabants Programma Landelijk Gebied en Gebiedsgerichte aanpak, Saskia Boelema (D66) ontfermt zich over ‘bodem en water’ en vergunningverlening, Marc Oudenhoven (LokaalBrabant) krijgt Agrarische ontwikkeling en vitaal platteland in zijn pakket.
Deze bestuurders moeten nog benoemd worden door de Provinciale Staten.