129 miljoen Nationaal Groeifonds voor uitbreiding regeneratieve landbouw
Door de definitieve toekenning van het geld kan het Nationaal Groeifonds naar eigen zeggen in 2024 van start met de uitvoering van haar plan: een fors groei van het aantal regeneratieve boeren, waarin ‘voedselproductie wordt gecombineerd herstel van ecosystemen, verbetering van bodemvruchtbaarheid, waterhuishouding en biodiversiteit’. In het Groeifonds zijn 54 ketenpartijen vertegenwoordigd variërend van boerencoöperaties en -netwerken tot financiële en kennisinstellingen.
Nadere uitwerking
Hoe boeren concreet gebruik kunnen gaan maken van subsidie wordt nog nader uitgewerkt. In ieder geval krijgen daar de coöperaties, waaronder Agrifirm, FrieslandCampina en Cosun, en de belangenorganisaties een belangrijke rol. Er wordt gestart met vijf focusgebieden, waarbij eveneens nog moet worden uitgewerkt welke regio’s in Nederland dat zijn.
Onderwijsvernieuwing
Als andere belangrijke doelstelling, naast de concrete omschakeling van boeren, noemt het Groeifonds ook onderwijsvernieuwingen. Hierbij zouden voor 2030 minstens 10.000 (toekomstige) boeren, adviseurs en medewerkers van keten- en gebiedspartijen zijn opgeleid of bijgeschoold.
Naast klimaatvoordelen moet regeneratieve landbouw volgens het Groeifonds een positieve bijdrage leveren aan de maatschappelijke en economische positie van boeren. Deze zou namelijk inspelen op ‘de groeiende marktvraag naar duurzame productie van voedsel’.
Initiatiefnemers
Het programmavoorstel ReGeNL is ingediend door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het is ontwikkeld door Next Food Collective, Wageningen Universiteit & Research, Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht in samenwerking met 54 partners uit het hele voedselsysteem.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Agrio archief