8 miljoen euro extra subsidie voor landschapselementen Brabant

Wegens succes verlengd: particuliere grondeigenaren en boeren kunnen in 2024 en 2025 weer gebruikmaken van de Stimuleringsregeling Landschap (StiLa). Sinds de start van de regeling in 2020 kunnen particuliere grondeigenaren en boeren met gronden in het landelijk gebied buiten het Natuurnetwerk Brabant, plannen indienen om delen van hun perceel in te richten met landschapselementen.
Naar 10 procent groen
52 Brabantse gemeenten, vier waterschappen en de provincie Noord-Brabant zien de noodzaak voor meer landschapselementen, onder andere door de landelijke opgave van meer groenblauwe dooradering. In 2030 moet minimaal 5 procent van het landelijk gebied ingericht zijn met groene elementen zoals bomenrijen en hagen, en blauwe elementen zoals waterlopen en natuurvriendelijke oevers. De ambitie is om dit tot 10 procent in 2050 te brengen.
Planten met een plan
Gemeenten en waterschappen kunnen doelen stellen in hun regio. Deze zijn vertaald in tien verschillende landschapsthema’s. Voorbeelden van thema’s zijn landschapsontwikkeling, boerenlandvogels en bijen, cultuurhistorie of klimaatadaptie. ‘Het landschap speelt een grote rol in het oplossen en voorkomen van problemen, denk aan wateroverlast’, aldus de provincie Brabant over de regeling. ‘Zo kunnen natuurvriendelijke oevers en waterlopen met de regeling worden aangelegd en zijn er allerlei planten en bomen die diep wortelen en daarmee zorgen voor een bodem die water beter afvoert.’
Hulp veldcoördinator
Het is de bedoeling dat landschapselementen toegevoegd worden die passen bij het gebied. Brabant: ‘De zeven veldcoördinatoren kennen de regio en helpen particuliere grondeigenaren en agrariërs bij de subsidieaanvraag en het maken van een plan.’ Deelnemers komen via Groenloket Brabant in contact met de veldcoördinator in hun regio.
Ecologische verbindingszones
De Stimuleringsregeling Landschap is de afgelopen jaren in enkele gevallen ingezet voor de inrichting van ecologische verbindingszones. Zo worden natuurgebieden met elkaar verbonden. Dit zorgt er met name voor dat (kwetsbare) soorten zich kunnen verplaatsen. Ook moet het bijdragen aan de recreatieve functie van het landschap.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek