Provincie Limburg stimuleert de inzaai van ruim 500 hectare kruidenrijk grasland
Dat is beduidend meer dan de gebruikelijke 3 hectare die tot nu toe werd gehanteerd. Door deze bijdrage groeit het areaal kruidenrijk grasland dit jaar met ruim 500 hectare. Elke hectare kruidenrijk scheelt 500 kilogram kunstmest en 1000 kilogram CO2 vergeleken met ‘gewoon’ gras. Bovendien wordt de bodem gezonder en bieden de bloemen en kruiden meer voedsel voor insecten en daarmee ook voor vogels.
Ook korting op groenbemesters en vanggewassen
Limburgse akkerbouwers kunnen vanaf juni korting aanvragen op 5 hectare biodiverse groenbemestermengsels. Groenbemesters of vanggewassen beschermen de bodem en houden deze actief tot het inzaaien van de vervolgteelt. Het gebruik van biodiverse mengsels met vlinderbloemigen zorgt voor extra stikstof vastlegging, waardoor er geen kunstmest nodig is bij het inzaaien van de vervolgteelt. Bovendien is er minder kunstmest nodig bij de vervolgteelt. Uit een recente enquête onder 200 deelnemers (akkerbouwers) valt af te leiden dat akkerbouwers die gebruikmaken van deze groenbemestermengsels zo’n 30 procent kunstmest besparen. Dat levert niet alleen winst op voor het klimaat, maar heeft ook een positief effect op de bodemgezondheid.
Met de bijdrage van de provincie kunnen 40 akkerbouwers korting aanvragen, wat overeen komt met 200 hectare aan kruidenrijke akkers.
Eerste kennismaking krijgt vaak vervolg
Inmiddels hebben landelijk 1500 melkveehouders en 240 akkerbouwers meegedaan met de actie. Ruim driekwart wil na het experiment met de speciale mengsels verder. Iets wat veel gebeurt, omdat boeren zelf ervaren hebben dat de extra kosten voor de aanschaf van kruidenrijke en bloemrijke mengsel opwegen tegen de besparing op de aanschaf van kunstmest.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Urgenda