Gefermenteerde compostering
‘Wij kunnen het mestprobleem oplossen’
Toenmalig minister Carola Schouten zette Frank aan het denken. “Als boeren zitten we vaak te klagen maar kom zelf met een oplossing”, zo motiveert hij zijn innovatie. In september 2021 begon hij met de fermentatie. Na 2,5 jaar is hij dik tevreden. Alles draait naar wens, het ruikt bijna niet op het boerenerf, het stalklimaat is prima en de koeien zijn gezond. “De gefermenteerde dikke fractie is een geweldige bodemverbeteraar op het land. Ik zie het verschil in het gewas op het buurperceel. Op ons perceel is een veel actiever bodemleven door het organisch materiaal”, zegt de melkveehouder tevreden.
Fermentatie
In de volksmond wordt ook de term bokashi gebruikt. Die term is niet helemaal juist. Daarbij gebruik je bermmaaisel waar afval en uitlaatgassen in kunnen zitten. Frank spreekt van gefermenteerde vaste mest.
Samen met A&S Techniek uit het Friese Burgum ontwikkelde hij het systeem om vaste mest vaster en stapelbaar te maken en om urine geschikt te maken als kunstmestvervanger.
De vaste fractie van de mest wordt twee keer per dag met een mestschuif naar een kanaal achter in de stal geschoven. Van daaruit gaat het naar een mengbak buiten de stal. Daar worden stro, fermentatievloeistof, kleimineralen en zeeschelpenkalk toegevoegd en gemengd met een vijzel. Door die toevoegingen ontstaat een fermentatieproces waardoor alle mineralen worden gebonden, met als gevolg dat er veel minder emissie ontstaat.
Zonder emissie
Het mengsel gaat vanuit de mengbak via een ondergrondse persleiding naar de sleufsilo. Die is luchtdicht afgedekt met plastic. Je ruikt daar bijna geen mestgeur. “In 2014 hebben we deze stal gebouwd met een HCI-welzijnsvloer W5. Een dichte, hellende vloer met urinesleuven waar de dikke en dunne fractie wordt gescheiden en de ammoniak al flink wordt gereduceerd. De mestschuif hebben we toen al in gebruik genomen en ik had al in mijn hoofd om de mest later gaan te scheiden”, legt Frank uit.
De sleufsilo zit voorjaar 2024 overvol met mest. Frank laadt die met een kraan op mestverspreider en rijdt die uit op zijn land. “Het is een prachtige bodemverbeteraar. Het verrijkt de grond, zorgt voor betere vochtopname en geeft minder uitspoeling. Goed voor de gewassen en dus ook voor de koeien.” De sleufsilo is afgedekt met dik zeil om extra druk op de mest te houden. “Hier is ook een beter automatisch systeem voor te bedenken. Het zit in mijn hoofd maar het moet nog ontwikkeld worden.”
Renure
Op de mestput met urine staat een biofilter die de ammoniak en het methaan eruit haalt. “Elke twee maanden moet ik de cassette met actieve kool vervangen. Een ultraviolette lamp doodt schimmels en bacteriën”, legt Frank uit. Zo ontstaat renure, de officiële term voor kunstmestvervangers: REcovered Nitrogen from manURE. De term geeft het aan: het gaat om stikstofhoudende meststoffen die gewonnen worden uit dierlijke mest, of digistaat waar dierlijke mest voor is gebruikt. “De volgende stap is goedkeuring om die als kunstmestvervanger te gebruiken: daar zit ik met spanning op te wachten. Dan hoeven we geen kunstmest aan te kopen. Het klinkt heel logisch.”
Kosten
De kosten tot nu toe raamt Frank op ruim 200.000 euro. Hij kreeg subsidie voor het project van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Hij geeft aan dat het systeem nog in ontwikkeling is. Wageningen meet de uitstoot. “Het systeem kost nog elke dag geld. Ik vind het fijn werken. Elke dag vul ik stro bij en verder heb ik er weinig omkijken naar. Ik zie dit echt als oplossing van het mestprobleem bij de melkveehouders.”
‘Ik zit met spanning te wachten op goedkeuring van de renure’
Stalaanpassingen in Noord-Brabant
De neerslag van stikstof in de natuur moet omlaag. Daarvoor treft de overheid maatregelen. Provincie Noord-Brabant heeft hiervoor de Interim omgevingsverordening Noord Brabant opgesteld. Vanaf 1 juli 2024 moeten Brabantse pluimvee-, varkens-, geiten- en konijnenstallen die ouder zijn dan 15 jaar, voldoen aan de reductie-eis van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, IOV.
In het nieuwste bestuursakkoord is de deadline voor melkvee en vleeskalveren aangepast omdat er onvoldoende stalsystemen beschikbaar zijn. Melkvee- en vleeskalverstallen ouder dan 20 jaar moeten uiterlijk 1 januari 2026 aangepast zijn.
Veehouders die voor 1 oktober 2023 een volledige vergunning hebben aangevraagd, en die buiten hun schuld op 1 juli 2024 niet voldoen aan de eisen, worden gevrijwaard van handhavend optreden.
Taskforce Toekomstbestendige Stallen wil met de serie Toekomstbestendige Stallen Brabant praktische ervaringen van veehouders met nieuwe stallen of staltechnieken delen. Boeren leren immers van boeren.
Tekst: AgriContent
Beeld: AgriContent