Minister keurt blauwtongvaccin versneld goed
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Adema: 'Het Bureau Diergeneesmiddelen (BD) heeft aangegeven dat Syva voldoende informatie heeft aangeleverd wat betreft de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid om tot een beoordeling te komen. Op basis van het aangeleverde beoordeelt het BD de risico’s als zeer klein bij gebruik van het vaccin en verwacht ze relevante klinische werkzaamheid. Kortom, het BD beoordeelt het dossier positief. De Commissie toelating diergeneesmiddelen (Ctd) ondersteunt dit advies. Op mijn verzoek is er gebruik gemaakt van een versnelde beoordeling, zodat het vaccin zo snel mogelijk beschikbaar kon komen voor de Nederlandse markt.' De farmaceut testte het vaccin op een diermodel dat Wageningen Bioveterinary Research ontwikkelde met geld van het ministerie van LNV. De goede samenwerking tussen de betrokken partijen maakte een snelle ontwikkeling en toelating van dit vaccin mogelijk.
De afgelopen periode is verschrikkelijk geweest voor zowel de dieren die met het blauwtongvirus besmet waren als de houders van deze dieren. Ik ben daarom zeer verheugd dat er nu een veilig en werkzaam vaccin beschikbaar is waarmee veehouders hun dieren kunnen beschermen tegen BTV-3 infecties in het komende seizoen. Zeker omdat veel veehouders in spanning zitten over een eventuele nieuwe opleving van het blauwtongvirus.
Miljoen doses
Producent Syva levert binnen enkele dagen tot een week een miljoen doses van het vaccin aan Nederland. Twee weken later volgen er nog eens een miljoen doses. Het vaccin is bruikbaar bij schapen en runderen. Nederland telt 1 miljoen schapen, die met 1 dosis beschermd kunnen worden tegen blauwtong. Runderen moeten 2 keer gevaccineerd worden met een tussenperiode van enkele weken, voor een optimale bescherming.
Adema verwacht dat er binnen enkele weken voldoende vaccins beschikbaar zijn om alle schapen te vaccineren en een groot deel van de runderen.Hij verwacht dat er nog meer doses vaccin geproduceerd gaan worden door de farmaceut. In dezelfde brief laat Adema weten op korte termijn ook nog een ander vaccin op de markt te verwachten.
Verdeling vaccins
In eerste instantie ging Adema uit van een scenario waarbij er onvoldoende vaccins beschikbaar zouden zijn voor alle BTV-3 gevoelige dieren. Nu dit wel het geval is, kunnen de sectoren zelf bepalen welke dierenartsen als eerste vaccins in mogen kopen. Om de sectoren hierbij te ondersteunen hebben de sectoren een advies ontvangen van de Deskundigengroep Dierziekten.
De verdeling van de vaccins, als ze eenmaal beschikbaar zijn, geschiedt vervolgens volgens de gebruikelijke distributiekanalen: producent-groothandel-dierenarts.
Nieuw blauwtongseizoen
In de winter zijn de verspreiders van het BTV-3 virus, de knutten, nauwelijks actief. Het in de knutten aanwezige virus kan zich in deze periode niet vermenigvuldigen. Als de temperatuur stijgt, kan de epidemie weer opleven. Dat kan op twee manieren. Het virus blijft aanwezig in besmette knutten die de winter overleefde of de knutten worden besmet via besmette gastheren. Besmette gastheren zijn kalveren die nu geboren worden, maar in het najaar via de moeder tijdens de dracht zijn besmet. Op het moment van schrijven van de brief zijn er nog geen nieuwe klinische blauwetongbesmettingen bij de NVWA gemeld. Er wordt wel weer knuttenactiviteit waargenomen, maar het is niet bekend of de knutten het BTV-3 virus bij zich dragen.
De Deskundigengroep Dierziekten verwachten pas vanaf eind juni/begin juli een grootschalige klinische blauwtonguitbraak, vergelijkbaar met het tweede seizoen van de uitbraak van BTV-8 in 2007. 'Met de komst van het vaccin hopen we dieren zoveel mogelijk te kunnen beschermen tegen BTV-3 infecties en daarmee de gevolgen van een mogelijke aanstaande uitbraak maximaal te kunnen temperen', schrijft Adema in de brief.
GD onderzoekt het aantal besmettingen
De Gezondheidsdienst voor Dieren is een onderzoek gestart, om meer inzicht te krijgen in het werkelijk aantal besmettingen afgelopen najaar. Op een aantal rundvee- en schapenbedrijven in heel Nederland worden monsters onderzocht op antistoffen tegen BTV-3. De GD verzamelde deze monsters in de afgelopen maanden en is nu begonnen met het testen. De resultaten van deze tests komen in de zomer van 2024 beschikbaar en kunnen de sectoren helpen bij het doorontwikkelen van hun vaccinatieplan.
„Met een veilig en werkzaam vaccin kunnen we nu het virus zoveel mogelijk gaan bestrijden. De komst van dit vaccin biedt daarmee perspectief op betere zomer voor zowel dieren als hun houders, besluit miniser Adema de brief.
Autovaccins
In Duitsland hebben twee Bundesländer (Noordrijn-Westfalen en Neder-Saksen) besloten het gebruik van een autovaccin voor BTV-3 toe te staan. Autovaccins (ook bekend als bedrijfseigen vaccins of stalvaccins) zijn volgens de definitie van de diergeneesmiddelenverordening (EU) 2019/6 bedoeld voor gebruik bij ziekten waarbij de ziekteverwekker wordt geïsoleerd uit een specifieke stal of bedrijf, of bij bedrijven die een epidemiologische verband hebben, om deze vaccins vervolgens ook binnen die stal of dat bedrijf toe te passen.
Zoals ik hiervoor heb aangegeven, is in Nederland ingezet op de ontwikkeling en toelating van een vaccin en niet op een autovaccin. De reden hiervoor is dat autovaccins voor kleinschalig of zeer specifiek gebruik zijn toegestaan en dat er met dat oogmerk, geen noodzaak is om bij een dergelijk vaccin dossiers aan te leveren aan de nationale geneesmiddelenautoriteit. Dit betekent dat niks is bekend over de werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit van een autovaccin en dat er geen verplichting is voor de producent om het vaccin te produceren volgens de praktijk van Good manufacturing practice (GMP), wat normaal gesproken een eis is. Daarom heb ik ingezet op op volgens GMP geproduceerde en door BD gunstig beoordeelde vaccins, mét borging van de werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit. Overigens is recent bekend gemaakt dat de Duitse producent van de autovaccins de geleverde batches alweer heeft teruggeroepen, omdat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden. Dit ondersteunt het gevoerde Nederlandse beleid.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Natasja Beverloo
Bron: Tweede Kamer