Adema gaat op korte termijn niet meer naar Brussel voor ruimere mestregels
De minister heeft woensdag, een dag voor het mestdebat, nog contact gehad met de Eurocommissaris van Milieu, Virginijus Sinkevičius. „Ik heb geconstateerd dat de weg naar Brussel dicht zit. Kamerleden en boerenorganisaties die mij verzoeken om alsnog te gaan, overvragen mij."
Deksel op de neus
De voorstellen die Kamerleden en boeren doen, zoals een gewasderogatie, een graslandderogatie voor grondgebonden bedrijven, een lagere derogatie van 220 kilogram stikstof per hectare zoals in Ierland wordt gehanteerd of een langzamer afbouwpad voor de huidige derogatie; de minister heeft het allemaal ingebracht bij gesprekken in Brussel. „Keer op keer kreeg ik de deksel op de neus. Elk argument en elk signaal heb ik bij de Commissaris neergelegd. Er is geen enkele opening." Zolang de waterkwaliteit in ons land niet verbetert, biedt Sinkevičius geen ruimte, geeft Adema meerdere malen aan.
André Flach (SGP) wilde weten of het rapport van Herman de Boer, dat aantoont dat de waterkwaliteit beter is op derogatiebedrijven, ook is besproken. In de media werd gesuggereerd dat dit niet het geval is. Adema zegt dat dit geen invloed op het huidige besluit van de Commisie heeft gehad. „Het rapport is in februari 2023 al naar de Europese Commissie gestuurd en is daar dus bekend."
Brussel resultaat tonen
De enige manier om naar Brussel te gaan voor het verkrijgen van ruimte binnen de Europese regels, is volgens de minister het implementeren van zijn eigen mestpakket, aangevuld met maatregelen uit het plan van de agrarische partijen. „Dan laten we aan de Commissie namelijk zien dat we serieus bezig zijn. Is er dan kans op nieuwe derogatie? Dat weet ik niet. Er is nooit een garantie. Het zou wel een moment kunnen zijn, zonder dat ik wil vooruitlopen op die gesprekken."
Harm Holman (NSC) wil naar aanleiding van het antwoord van de minister weten hoelang hij nodig denkt te hebben voor het ontwikkelen van een representatief plan, dat in de tas meegenomen kan worden naar Brussel.
Adema somt op: „Ik heb met de Commissie gesproken over afroming in alle sectoren, een opkoopregeling, een graslandnorm en de voermaatregel", waarna hij concludeert: „Het hele pakket was niet voldoende om de Commissie in beweging te krijgen. Zijn verwachting is dat op zijn vroegst begin volgend jaar de deur weer opengaat. We moeten aan de slag om de maatregelen te implementeren. Ik ben tot op mijn tenen gemotiveerd om te kunnen leveren aan Europa."
De bewindsman houdt de Kamer daarbij ook een spiegel voor: „Ik hoor vandaag geen nieuwe oplossingen die ik niet al onder de aandacht van de Europese Commissie heb gebracht. De harde conclusie is dat een nieuwe derogatie in welke vorm dan ook, Nederland op dit moment niet gegund is."
Lees ook: Brede steun in Kamer voor ingrijpende mestplannen minister en sectorpartijen
Snelheid maken
Adema benadrukt dat hij snelheid wil maken met het invoeren van de maatregelen, omdat de sector niet kan wachten. Het voorstel van de minister is daarom om per maatregel groen licht te vragen bij het parlement, in plaats van te wachten tot het volledige pakket helemaal uitgewerkt is.
Binnen vier weken krijgt de Kamer een brief met hoe de minister bepaalde maatregelen wil implementeren met een daarbij behorend tijdspad. Zo kan de brede opkoopregeling pas in 2025 opengesteld worden, omdat er eerst nog een staatssteuntoets op moet plaatsvinden. Andere maatregelen, zoals efficiënt voeren, zou op korte termijn ingevoerd kunnen worden.
De bewindsman wil voor de uitvoering van de maatregelen ook in gesprek gaan met de vier partijen uit de melkveesector die zelf een plan hebben gemaakt.
Draagvlak
Pierik maakt zich zorgen over het draagvlak van de maatregelen. „De partijen die nu een stap naar voren hebben gezet, vertegenwoordigen maar een deel van de agrarische sector. Is het niet zorgelijk dat het draagvlak straks te beperkt is?"
Adema: „Ook al waren de voorstellen er niet gekomen vanuit de agrarische partijen, dan nog had ik mijn mestpakket doorgezet. Juist vanwege de gesprekken die ik voer met groepen en individuele boeren. Er zijn zoveel boeren die zeggen dat ik door moet pakken, ongeacht wat de agrarische organisaties vinden. Ik doe het voor de individuele boeren die in de knel zitten."
Gedoogbeleid
De BBB'er blijft er moeite houden dat de minister alleen met de indieners van het plan, LTO, NAJK en de Natuurweide, wil praten en niet met andere agrarische partijen.
Het plan van andere landbouworganisaties om een gedoogbeleid in te voeren, kent de minister. Dat plan vindt hij onverantwoord, omdat er dan Europese en nationale juridische procedures kunnen volgen met grote nadelige volgen. „Dat voorstel heeft geen enkele realiteitszin en daarom kan ik er niets mee. Verder heb ik ook geen constructieve plannen vanuit de andere partijen gezien."
Adema benadrukt dat deze alsnog wel welkom zijn: „Iedereen staat het vrij om een interessant voorstel in te dienen, maar ik ga het gesprek er niet over aan, want anders gaan we naar een tweede ronde van het landbouwakkoord. Ik krijg dan ook ruzie met de Kamer omdat ik niet de tijd heb om maanden te praten."
Video
Cor Pierik bevroeg minister Adema hoe hard Nederland gevochten heeft voor het behoud van derogatie aan de hand van recent openbaar gemaakte informatie. Bekijk hieronder de reactie van de minister.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Tweede Kamer
Bron: Tweede Kamer